De plannen om fiscale en andere regels voor zzp’ers te veranderen, zijn een goede gelegenheid om de zelfstandigenaftrek met zijn rare urencriterium af te schaffen. Dat is veel nuttiger dan een verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering voor zzp’ers, stelt Paul van der Kwast.

Voor zzp’ers wordt 2015 een spannend jaar. Het kabinet moet de komende maanden voorstellen ontwikkelen over de fiscale behandeling en andere regels voor zelfstandigen zonder personeel.

Onlangs lekten details uit van een rapport over de positie van zzp’ers. Nog niet duidelijk is welke concrete plannen het kabinet naar aanleiding van het rapport zal ontwikkelen, maar de eerste signalen zijn onrustbarend. Zo zouden zzp’ers verplicht een verzekering tegen de gevolgen van arbeidsongeschiktheid en ziekte moeten afsluiten. Een paternalistisch plan dat haaks staat op het zelfstandig ondernemerschap.

Het kabinet kan beter energie steken in een hervorming van de fiscale aftrekposten van ondernemers, zoals de zelfstandigenaftrek, de oudedagsreserve en de mkb-winstvrijstelling.

Aftrekposten voor ondernemers

Dat het verstandig en redelijk is dat ondernemers extra aftrekposten hebben, moet het uitgangspunt zijn. Een ondernemer betaalt dankzij bovengenoemde aftrekposten volgens een studie van het Centraal Planbureau (CPB) gemiddeld 20 procentpunt minder inkomstenbelasting dan een werknemer met eenzelfde bruto-inkomen.

De fiscale bevoordeling van zelfstandigen is om de volgende redenen terecht:

1) Ondernemers lopen meer risico dan werknemers, onder meer omdat zij geen beroep kunnen doen op het sociale vangnet als zij geen opdrachten krijgen of ziek worden.

2) Een werknemer kan elk jaar zijn hele inkomen opmaken. Een ondernemer moet een buffer opbouwen tegen mindere tijden en moet geld reserveren voor het doen van investeringen.

3) Uit bovengenoemd CPB-onderzoek blijkt dat belastingen voor ondernemers meer verstorend werken dan voor werknemers. Als ondernemers meer belasting moeten betalen, zullen zij eerder minder of zwart gaan werken dan werknemers. En omgekeerd zullen zij harder gaan lopen als de belastingdruk omlaag gaat. Het optimale marginale belastingtarief - de belasting die je betaalt over elke euro extra - ligt voor ondernemers daarom lager dan voor werknemers.

4) Ondernemers draaien zelf op voor de zvw-premie. De afgelopen jaren lag die rond de vijf procent. Bij werknemers wordt deze premie door hun werkgever afgedragen.

Op welke manier zouden de huidige aftrekposten moeten worden hervormd? Wat mij betreft hebben de oudedagsreserve en de zelfstandigenaftrek in hun huidige vorm hun langste tijd gehad.

Oudedagsreserve kan weg

Dit is een aftrekpost die is bedoeld voor het opbouwen van pensioen. Maar daarvoor bestaat al de jaarruimte. De oudedagsreserve is, zoals ik eerder schreef, in de praktijk vaak een onding. Veel ondernemers snappen niet dat ze er ooit een pensioen van moeten aankopen of moeten afrekenen met de fiscus.

Schrap zelfstandigenaftrek

Deze aftrekpost met zijn urencriterium kan maar beter zo snel mogelijk verdwijnen. Voor wie het niet weet: je kunt als ondernemer 7.280 euro per jaar aftrekken als je minstens 1.225 uur per jaar in je bedrijf hebt gewerkt. Werk je 1.224 uur, dan krijg je ‘m niet en dan loop je maximaal bijna 4.000 euro aan belastingverlaging mis.

Zo’n alles-of-niets-aftrekpost is gevoelsmatig unfair. Bovendien is het bijhouden ervan zowel voor ondernemers als voor de fiscus arbeidsintensief en lokt dit criterium fraude uit.

Het urencriterium is ook achterhaald, omdat het parttime ondernemers uitsluit. Steeds meer ondernemers hebben ook een baan. Daarom mijn voorstel: hef dat rare urencriterium op, schrap de oudedagsreserve en integreer de zelfstandigenaftrek in een (sterk) verhoogde mkb-winstvrijstelling van 20 of 25 procent.

Paul van der Kwast is financieel planner en lid van de Vereniging Onafhankelijke Financieel Planners. Voor Z24 volgt hij de fiscale ontwikkelingen op de voet. Ook schrijft hij tweewekelijks een column over personal finance.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl