Zelfs op de transatlantische routes tussen Europa en Amerika, waar luchtvaartmaatschappij Air France-KLM een sterke positie heeft, dreigt prijsdruk.
Op lucratieve vliegroutes tussen Europa en Noord-Amerika dreigt overcapaciteit de prijzen omlaag te drukken. Dat heeft topman Alexandre de Juniac van Air France-KLM gezegd in de marge van de jaarvergadering van brancheorganisatie IATA in Miami, meldde The Wall Street Journal dinsdag.
Waar op andere lange routes de prijzen al langer flink onder druk staan, maakt Air France-KLM op transatlantische vluchten nog wel winst. Het Frans-Nederlandse bedrijf is samen met partner Delta Air Lines de voornaamste speler op die markt.
Andere luchtvaartmaatschappijen dreigen dat feestje evenwel te verstoren door meer capaciteit in te zetten op vluchten van en naar de Verenigde Staten en Canada, aldus De Juniac.
Bij de publicatie maandag van de vervoersstatistieken over de maand mei waarschuwde het luchtvaartconcern ook al dat de druk op de omzet de afgelopen tijd alleen maar verder is opgelopen. Dat onderstreept de noodzaak om de kosten verder omlaag te brengen. In totaal moet de komende jaren ruim 2 miljard euro worden bezuinigd. Over precieze invulling wordt nog onderhandeld met de vakbonden.
Air France-KLM compenseert prijsdruk met voordeel zwakke euro
De opbrengsten per beschikbare vliegtuigstoel en per gevlogen kilometer lagen in de maanden april en mei ongeveer 6 procent lager dan een jaar eerder, wanneer voordelige wisselkoerseffecten niet worden meegerekend. Dankzij de goedkope euro was in absolute zin nog wel sprake van een toename met 1 procent.
Air France-KLM, inclusief prijsvechter Transavia, vervoerde in mei 8 miljoen passagiers, 3,2 procent meer dan een jaar eerder. Wanneer ook de gevlogen afstand verrekend wordt, nam het passagiersvervoer met 1,9 procent toe, bij een 1,1 procent hogere capaciteit. Gemiddeld was bijna 85 procent van de stoelen aan boord bezet.
Transavia nam binnen de groep de sterkste groei voor zijn rekening, zowel in capaciteit als in passagiersaantallen. De budgetdochter had 8,1 procent meer capaciteit beschikbaar en zag de vraag met 7,1 procent toenemen. Dat was genoeg om gemiddeld bijna 90 procent van de stoelen gevuld te krijgen.
Het vrachtvervoer ging in mei hard onderuit. De capaciteit werd met 4,8 procent teruggeschroefd, maar dat was bij lange na niet voldoende om de afname van de vraag met 12 procent bij te benen. De gemiddeld beladingsgraad zakte tot onder de 60 procent.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl