Vrijwel iedereen gebruikt teletekst. Onderzoek van Intomart GfK in opdracht
van RTL en SBS toonde aan dat 11,8 miljoen mensen ouder dan 13 jaar, deze
nummertjesservice gebruiken. Dat is dus bijna iedereen.

Opvallender is dat velen niet alleen op hun televisie, maar ook op
internet teletekst raadplegen. Volgens het onderzoek kijkt één op de drie
teletekstgebruikers ook online.

Ondanks de opkomst van allerlei interactieve diensten en het enorme aanbod van
nieuws op internet, blijft een ouderwetse, onduidelijke zoekdienst als
teletekst fier overeind. Oude gewoontes zijn soms moeilijk uit te bannen.

Het fenomeen staat bekend als het Qwerty-syndroom, genoemd naar het
opvallendste voorbeeld: het Qwerty-toetsenbord. Dit is het huidige
toetsenbord. Het is genoemd naar de eerste zes letters op de bovenste rij.

Ons huidige toetsenbord is uitgevonden voor de oude tikmachine met
hamertjes. Deze raakten bij te snel typen in de knoop. Het Qwerty-bord moest
dit ondervangen. Het werd ontworpen om het typen te vertragen en vooral om
de hamertjes niet in de knoop te laten komen.

Met de modernere tikmachine en later de computer was deze focus op de
hamertjes eigenlijk niet meer nodig. Het was logischer om te proberen de
tiksnelheid te optimaliseren.

Toch sloegen de verbeterde toetsenborden nooit aan. Iedereen was al
gewend aan Qwerty en dus gebruiken wij het nog steeds.

Ons toetsenbord is het meest in het oog springende voorbeeld. Maar zeker niet
het enige. De slideshow geeft er meer.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl