Dat meldt Het Financieele
Dagblad donderdag 3 september, op basis van onderzoek van adviesbureau
Graydon.
Vrouwen blijken vooral aan het roer te staan van kleine bedrijven, zoals
eenmanszaken en ondernemingen met twee tot vier werknemers. Was vijf jaar
geleden nog iets meer dan 20 procent van de eigenaren, directeuren en
vennooten bij eenmanszaken vrouw, inmiddels is dat bijna dertig procent.
Plafond bij MKB
In middelgrote bedrijven is echter nauwelijks verandering waar te nemen bij
het aantal vrouwen in de top. In bedrijven met vijftig tot honderd
werknemers is sprake van een lichte afname van het aandeel topvrouwen,
vergeleken met vijf jaar geleden.
Ondernemingen met meer dan 750 werknemers hebben het aantal vrouwen in de top
wel weten te vergroten, maar verhoudingsgewijs gaat het nog om magere
percentages. Bij bedrijven met 750 à duizend werknemers ligt het percentage
topvrouwen bijvoorbeeld onder de vijf procent.
Voorkeur zorg en welzijn
Ondernemende vrouwen kiezen vooral voor eigen bedrijven in sectoren die
gerelateerd zijn aan de overheid, zoals de zorg, dagverblijven en
sociaal-cultureel werk. In deze takken wordt 56 procent van de topfuncties
bekleed door vrouwen, een groei van 20 procent in vijf jaar, aldus het FD.
Dat vrouwen relatief jong baas worden van kleine bedrijfjes, maar veel minder
door stoten naar de top in middelgrote bedrijven wijst werkgeversorganisatie
VNO-NCW mede aan de spanning tussen maatschappelijke carrièrepaden en
persoonlijke planning.
Zo worden mensen bij middelgrote bedrijven vaak rond hun 35e gevraagd voor
leidinggevende functies. "Juist rond die leeftijd is het moeilijk om
een drukke baan met je privéleven te combineren, zeker wanneer je moeder
wordt", aldus Huibrecht Bos van VNO-NCW in het FD.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl