Na de oliecrash van de lente van 2020 vonden olieprijzen snel genoeg weer de weg omhoog.

De valuta van olie-exporterende landen herstelden in lijn met de aantrekkende oliemarkt, terwijl de dollar door zijn inverse relatie met de olieprijs juist in waarde daalde.

Valuta-expert Joey van Hanegem van Ebury ziet deze valutatrends bij aanhoudende vraag naar olie doorzetten.

ANALYSE – Ruim een jaar geleden schreef collega Paul Erdmann hier al dat er voor de Russische roebel en Noorse kroon kansen lagen. De oliemunten waren in april 2020 door het wegvallen van de vraag naar olie als gevolg van de coronapandemie in korte tijd flink in waarde gedaald.

Vergeleken met ruim een jaar geleden noteert de Russische roebel nu zo’n 8 procent hoger; de Noorse kroon is zelfs meer dan 15 procent gestegen. Al met al was het van mijn collega dus geen slechte call, lijkt me.

Sterke correlatie tussen olieprijzen en valutakoersen

Dat zogenoemde oliemunten – de valuta van belangrijke olie-exporterende landen – zo zijn opgeveerd, is achteraf bekeken best logisch: door het economisch herstel dat gaandeweg 2020 inzette, en dit jaar voortzette, nam ook de vraag naar olie weer fors toe.

Bijgevolg verdubbelde het zwarte goud de afgelopen 12 maanden bijna in waarde. Door de nauwe relatie die olieprijzen en valutakoersen historisch gezien hebben, stijgen de munten van olie-exporterende landen in waarde na een olieprijsstijging, terwijl dit juist koersdruk geeft voor de valuta van olie-importerende landen.

De sterke correlatie tussen olieprijzen en valutakoersen heeft natuurlijk alles te maken met de invloed die olie als belangrijkste energiebron (nog altijd) heeft op de wereldeconomie. Daarin vormen wisselkoersen een belangrijk mechanisme waarlangs internationale olieprijsschokken worden doorgegeven aan de financiële markten.

De belangrijkste ‘petrocurrencies’ nader bekeken

Naast het Midden-Oosten als grote olie-exportregio maken in landen als Canada, Rusland en Noorwegen olie-exportinkomsten ook een behoorlijk deel uit van het nationaal inkomen.

Door de aanzienlijke invloed van olieprijsschommelingen op de muntwaarde van die olie-exporterende landen worden hun valuta in Engels vakjargon vaak 'petrocurrencies’ (oftewel oliemunten) genoemd.

  • Canadese dollar (CAD)
    Canada was vorig jaar de op drie na grootste olieproducent ter wereld. Daarnaast is het land al jaren dé hofleverancier van olie aan de VS, waardoor Amerikaanse dollar/Canadese dollar een van de meest aan olie blootgestelde valutaparen ter wereld is. Tijdens de grote olie-uitverkoop in maart vorig jaar verloor de Canadese dollar in minder dan twee weken tijd dan ook bijna 10 procent aan waarde tegen de greenback, maar staat de munt dankzij de fors gestegen olieprijs inmiddels ook alweer 17 procent hoger (vanaf het diepste punt toen gemeten).

  • Noorse kroon (NOK)
    In Noorwegen maakt de oliesector niet alleen een belangrijk onderdeel uit van de economie in het algemeen, maar dient de oliewinning ook nog eens als extra bron van inkomsten voor het Noorse staatsinvesteringsfonds dat de grote olie- en gasopbrengsten herbelegt. Niet verwonderlijk leverde de Noorse kroon vorig jaar maart, kort na het begin van de coronacrisis, in een paar weken tijd dan ook een kwart aan waarde in tegen de dollar, maar wist de ‘nokkie’ sindsdien ook weer net zo indrukwekkend (met meer dan 30 procent) te herstellen.

  • Russische roebel (RUB)
    Rusland was in 2020 de op één na grootste olieproducent ter wereld, met een productie van bijna 10 miljoen vaten per dag. De olie-export is er goed voor bijna de helft van het totaal aan exportopbrengsten. Die sterke afhankelijkheid van het land van (de export van) olie zorgde er vorig jaar maart voor dat de roebel in amper twee weken tijd meer dan 20 procent tegen de dollar daalde. Dat diezelfde roebel nu ‘maar’ 11 procent hoger staat dan op het dieptepunt toen gemeten, zal vooral te maken hebben met sancties die Rusland zijn opgelegd door de VS en Europa in verband met het beïnvloeden van respectievelijk de Amerikaanse verkiezingen en de annexatie van de Krim.

De speciale positie van de Amerikaanse dollar

Van alle valuta ter wereld heeft de Amerikaanse dollar evenwel de meest bijzondere relatie met olie. Net als bijna alle andere wereldwijd verhandelde grondstoffen wordt olie namelijk grotendeels in dollars afgerekend.

Dit betekent dat als de dollar in waarde stijgt, olie voor alle landen buiten de VS duurder wordt, omdat de dollars op een hogere koers tegen de lokale valuta moeten worden ingekocht om de olie mee te kunnen afrekenen. Een daling van de dollarkoers veroorzaakt het tegenovergestelde. Deze bewegingen verstoren het evenwicht in vraag en aanbod en zullen dus een impact hebben op de olieprijs.

Olie als belegging

Met de groeiende rol van grondstoffen als alternatief beleggingsinstrument is de doorgaans negatieve correlatie tussen de waarde van de dollar en de prijs van een vat ruwe olie sinds begin deze eeuw alleen maar sterker geworden.

Een geleidelijk stijgende olieprijs ging vanaf 2002 steeds meer gepaard met een zwakker wordende dollar. Die trend bereikte zijn apotheose in 2008, toen de koers van de dollarindex (die de waarde van de greenback uitdrukt tegen een gewogen mandje van andere grote valuta) verzwakte tot een historisch dieptepunt van bijna 70 in maart, terwijl de prijs van een vat Brent-olie een paar maanden later een recordhoogte bereikte van 147,5 dollar per vat.

Ook tijdens de coronacrisis zagen we dat die onderlinge correlatie nog altijd sterk is. De eerste reactie, in de lente van 2020, was namelijk een hard dalende olieprijs en een sterk stijgende dollarkoers, waarbij aangetekend moet worden dat de vlucht naar de dollar als veilige haven voor extra opwaartse druk op de Amerikaanse munt zorgde.

Nadat olie kort daarna weer geleidelijk aan een opmars begon, nam de dollar in de loop van 2020 weer steeds meer in waarde af. Dit keer ‘geholpen’ door juist minder veilige havendrang vanwege toenemende hoop op herstel.

Valutakoersen worden natuurlijk door veel meer factoren beïnvloed dan alleen de olieprijs. Dat neemt niet weg dat als de ingeslagen weg naar herstel dit jaar zonder noemenswaardige tegenslagen voortzet, dit zowel voor de olieprijs als voor oliemunten voor onderliggende steun blijft zorgen.

Puur op basis van de omgekeerde relatie tussen de olieprijs en de Amerikaanse dollar zou dit tegelijkertijd geen positief signaal voor de greenback betekenen.

Joey van Hanegem is een Foreign Exchange Dealer bij Ebury Nederland. Hij helpt organisaties op het gebied van Valutarisicomanagement en strategie