De beurzen in New York lieten woensdag enig herstel zien na de twee verliesbeurten eerder deze week. De dreigende Amerikaanse aanval op Syrië blijft zorgen voor onzekerheid, maar de energiefondsen profiteerden van de sterk stijgende olieprijzen. Dat bood steun aan de handel.
De Dow-Jonesindex noteerde richting het einde van de handelsdag 0,6 procent hoger op 14.862 punten. De brede S&P 500 stond 0,6 procent hoger op 1639 punten en de technologiebeurs Nasdaq won 0,7 procent tot 3603 punten.
De dreiging van een Amerikaanse aanval op Syrië blijft leiden tot nervositeit op Wall Street. Dat was vooral te zien in de olieprijzen die verder klommen, na op dinsdag al met bijna 3 procent omhoog te zijn gegaan. De prijs van een vat Amerikaanse olie noteerde 0,7 procent in de plus op 109,77 dollar, het hoogste niveau sinds 2011. Brent klom 1,7 procent naar 116,26 dollar, het hoogste punt in ongeveer 6 maanden.
Huizenmarkt
De Amerikaanse oliemaatschappijen ExxonMobil en Chevron gingen tot 2,8 procent omhoog. De dienstverleners aan de olie- en gasindustrie Halliburton en Schlumberger tekenden winsten tot 2,3 procent op.
Een tegenvallend cijfer over de Amerikaanse huizenmarkt hield het herstel echter beperkt. De voorlopige huizenverkopen in de Verenigde Staten zijn in juli met 1,3 procent gedaald op maandbasis, terwijl op een onveranderde stand was gerekend. Amerikanen zijn terughoudend geworden met de aankoop van een woning vanwege de stijgende hypotheekrente.
TiVo
De ontwikkelaar van digitale videorecorders TiVo steeg 5,9 procent. Het bedrijf heeft afgelopen kwartaal winst geboekt, na een verlies een jaar eerder.
De fabrikant van zware machines en apparatuur voor de mijnbouw Joy Global ging 4,1 procent omlaag, na een lagere winst en orderontvangst over het afgelopen kwartaal. De producent van stroomstootwapens Taser International daalde 5,5 procent na een afwaardering van JPMorgan.
De euro was 1,3337 dollar waard, tegen 1,3321 dollar bij het slot van de Europese beurshandel.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl