Neelie Kroes was – voor een politicus – ongekend populair het afgelopen decennium. Maar dat ze nu opduikt in een onderzoek naar belastingontwijking, daar hoeven we niet gek van op te kijken. Kroes wordt al dertig jaar lang achtervolgd door schandalen.

Grappig dat hij wordt gebeld over Kroes, merkt Stan de Jong op, samen met Koen Voskuil auteur van Neelie Kroes – Hoe een Rotterdams meisje de machtigste vrouw van Europa werd, een boek dat verscheen in 2011. “Koen en ik worden regelmatig gebeld over een ander boek van ons, over de Italiaanse maffia in Nederland. Maar nooit over Neelie Kroes. Jij bent pas de tweede vandaag.”

Toch zijn er best overeenkomsten tussen de maffia en Kroes te bedenken. “Zij vertelt vaak halve waarheden, of liegt zelfs, als dat haar zo uitkomt. Evenmin deinst ze er voor terug mensen die haar in de weg zitten, te intimideren met dreigementen.”

Het verbaast De Jong dan ook niets dat  Trouw en het Financieele Dagblad afgelopen week onthulden dat Neelie Kroes als eurocommissaris Mededinging een bestuursfunctie had bij Mint Holdings, een vennootschap op de Bahama’s. Het is eurocommissarissen verboden nevenfuncties te hebben, betaald of onbetaald. Bovendien moeten zij bij hun aantreden alle functies die zij in de voorafgaande tien jaar hebben vervuld, aanmelden in een speciaal register. Ook dat heeft Kroes nooit gedaan.

Wat De Jong wel verbaasde, is hoe weinig kritisch Kroes altijd is gevolgd door de media. “Toen ze minister van Verkeer en Waterstaat was, in de jaren tachtig, was ze helemaal niet populair. Ze stond te boek als die rechtse houwdegen van de VVD.” Nikkelen Neelie was een van haar bijnamen.

"Maar vanaf de jaren negentig is dat gaan veranderen. Geleidelijk aan werd ze die geweldige netwerker, die voor de BV Nederland de ene na de andere mooie deal binnensleepte." Kroes heeft nooit willen meewerken aan de biografie van De Jong en Voskuil. Wel aan een aanzienlijk positiever boek over haar, geschreven door Alies Pegtel. "Een soort witwasoperatie", aldus De Jong.

Brave meisjes

Kroes ontvangt journalisten alleen wanneer haar dat uitkomt en op haar voorwaarden. Bovendien is zij een meester in de manipulatie van de beeldvorming rond haar persoon. Zij maakt handig gebruik van de gêne over man en vrouw in Nederland, waar de arbeidsparticipatie van vrouwen zwaar achterblijft bij andere Europese landen. Botheid, berekening en carrièredrift zijn in zo'n klimaat gemakkelijk voor te stellen als de bewonderenswaardige, zo niet heldhaftige strijd van een vrouw om de plaats te veroveren die haar toekomt, gezien haar capaciteiten.

Tekenend is de ondertitel van het boek 'Neelie' van Alies Pegtel: "Brave meisjes schrijven zelden geschiedenis." Ze poneert impliciet twee aannames als feiten. Eén: Neelie Kroes heeft geschiedenis geschreven. Twee: Neelie Kroes is geen braaf meisje, nooit geweest ook, en dat valt in haar te prijzen.

Klopt dat beeld wel? De Bahama-onthulling is de laatste in een reeks affaires en incidenten die minstens dertig jaar teruggaat, en die De Jong en Voskuil in hun boek minutieus hebben onderzocht. Het beeld dat daaruit rijst, is niet dat van een vrouw die op eigen kracht haar positie bevecht in een mannenmaatschappij. Kroes is juist one of the boys, die dezelfde methodes gebruikt als de mannen om haar heen. Haar roemruchte netwerk dient in de eerste plaats haarzelf en haar zakenvrienden, en dan pas de BV Nederland. Drie affaires volstaan ter illustratie.

2016: Bahama Leaks – Mint Holdings

Kroes was bestuurder bij Mint tijdens haar eurocommissariaat, hetgeen verboden was, en zij heeft de functie nooit gemeld. Maar er is meer aan de hand. Bedrijven die ervoor kiezen zich op de Bahama's te registreren, doen dat omdat zij vrijwel niets hoeven te publiceren. Geen jaarverslagen, noch wie de aandeelhouders zijn.

Het toezicht op de weinige eisen waaraan Bahamese vennootschappen moeten voldoen, is vrijwel non-existent. Een zelfbenoemde ambassadeur van de BV Nederland heeft niets te zoeken in zo'n paradijs voor mensen en bedrijven die vooral veel te verbergen hebben.

Maar Kroes' medebestuurder bij Mint was Amin Badr-el-Din, een Jordaniër met wie zij al zaken doet sinds 1994 - zie de volgende affaire. Kennelijk woog de betrokkenheid van Badr-el-Din zwaarder dan het verbod op nevenfuncties voor een eurocommissaris, en het dubieuze zakelijke klimaat op de Bahama's.

1994: De fregattenaffaire

Kroes leerde Badr-el-Din kennen in een tijd waarin hij de regering van de Verenigde Arabische Emiraten bijstond in grote zakendeals. Een daarvan betrof de beoogde aanschaf door de Verenigde Arabische Emiraten van zes Nederlandse fregatten. Kroes speelde een hoofdrol als voorzitter van het consortium dat de order moest uitvoeren, en waarin de overheid samenwerkte met marinescheepswerf De Schelde, Hollandse Signaal en Ballast Nedam.

Het was een ingewikkelde transactie, die betaald zou worden met olie en verbonden was met een serie andere opdrachten, zoals de bouw door Ballast Nedam van een marinewerf in de Verenigde Arabische Emiraten. Een cruciale rol was weggelegd voor een Parijse tussenpersoon tussen enerzijds de sjeiks van de Verenigde Arabische Emiraten, anderzijds de Nederlandse overheid en de betrokken Nederlandse bedrijven. De deal zou beklonken worden tijdens een diner voor Verenigde Arabische Emiraten-autoriteiten in Villa Hoboken in Wassenaar, waar Kroes destijds woonde met haar toenmalige partner Bram Peper.

Aldaar schoof zij onverwachts een vriend naar voren als de ideale tussenpersoon, in plaats van de Parijzenaar: de chemie-ondernemer Joop van Caldenborgh. Dit zorgde voor grote verwarring bij de sjeiks, en grote ergernis bij de Nederlandse diplomaten en bewindslieden die de transactie jarenlang in stilte hadden voorbereid.

Kroes had de deal ook nog willen aangrijpen voor een poging om de Verenigde Arabische Emiraten vliegtuigen te verkopen van Fokker, dat destijds dringend om orders verlegen zat. De betrokken diplomaten hadden dat dringend afgeraden, om de toch al ingewikkelde transactie niet nog complexer te maken.

De Verenigde Arabische Emiraten zagen uiteindelijk af van hun zes fregatten, en de staat ontdeed zich van Kroes als voorzitter van het consortium. Toch reisde zij alsnog naar de Verenigde Arabische Emiraten om haar zaak en die van haar zakenvrienden aldaar te bepleiten. Anders dan zij zelf graag betoogt, laat de fregattenaffaire zien dat de wijze waarop Neelie Kroes haar netwerk inzet – ten bate van zichzelf en haar zakenvrienden – de belangen van de Nederlandse staat net zo hard kan schaden als bevorderen.

1984: TCR-affaire

Als minister van Verkeer en Waterstaat tekende Kroes voor in totaal 23 miljoen gulden aan subsidies aan Tanker Cleaning Amsterdam (TCA) en Tanker Cleaning Rotterdam (TCR), bedrijven van de drie broers Tom, Ron en Jan Langeberg. Dat deed zij hoewel zij al in 1984 door haar ambtenaren was gewaarschuwd dat de Langebergs werden verdacht van grootschalige milieufraude, waarvoor zij later ook inderdaad werden vervolgd en veroordeeld.

De Tweede Kamer stelde een parlementaire enquête in, maar pas toen Kroes al lang minister-af was. Zij heeft zich nooit voor TCR hoeven verantwoorden, en altijd ontkend dat zij persoonlijk bevriend was met de gebroeders Langeberg, en dat zij daarom zo royaal subsidie kregen. In hun boek hebben De Jong en Voskuil daar evenmin nieuwe bewijzen voor kunnen vinden.

Tot zo ver de drie affaires. Tot slot een recent interview met Kroes in Vrij Nederland, in haar hoedanigheid als ambassadeur van de Nederlandse StartUp Delta, dat door de onthulling van haar nieuwste affaire in een heel ander licht komt te staan. In dat interview zegt ze: "Wie denkt dat ik met mijn ervaring geen onderscheid kan maken tussen de ene en de andere verantwoordelijkheid, kent me totaal niet."

In eerste instantie weigerde ze toen minister Henk Kamp haar in 2015 vroeg als ambassadeur voor de StartUp Delta. "Ik wilde mijn kleinkinderen, die in Amerika wonen, vaker zien, boeken lezen en een heleboel andere leuke dingen doen."

Naar eigen zeggen ging ze overstag toen haar "scherpe voorwaarden" werden aanvaard: ze kreeg een directeur en een ondersteunend team, en de functie zou maar anderhalf jaar duren. Ze eiste ook dat ze geen salaris zou ontvangen. "Dan zou ik aan het parlement moeten vertellen wat ik daar allemaal voor doe en daar had ik geen zin in. Nu ben ik veel minder gebonden."