Het maximum aan Noordzeeharing voor 2008 is gesteld op 201.227 ton, 41 procent
minder dan in 2007. De vangsthoeveelheden van horsmakreel daarentegen zijn
verhoogd naar 170.000 ton.

Dat maakte het ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en
Voedselkwaliteit woensdag bekend. Zoals eerder afgesproken mogen Europese
vissers in 2008 minder tong (-15 procent) en minder schol (-2 procent)
vangen op de Noordzee. Voor de Nederlandse visserijsector zijn tong en schol
de belangrijkste vissoorten. 75 Procent van de totale vangsthoeveelheid van
tong in de Europese Unie gaat naar de Nederlandse platvissector. Voor schol
is dat 37 procent.

Voor andere platvissoorten, zoals tarbot en griet, schar en bot, tongschar en
witje zijn de quota bevroren op het niveau 2007. Deze soorten zijn bijvangst
van de tong- en scholvisserij.

Minister Gerda Verburg van LNV is over het algemeen tevreden over het
bereikte resultaat. "Ik heb ingezet op verduurzaming van de visserijsector
en zorgvuldig beheer van de visbestanden. Dat is gelukt. Met deze
vangsthoeveelheden worden de visbestanden voldoende beschermd of krijgen de
kans te herstellen", aldus de bewindsvrouw.

Verburg is minder te spreken over de vermindering met 10 procent van het
aantal zeedagen (aantal dagen dat platviskotters mogen uitvaren). zij vindt
dat vissers wel de gelegenheid moeten hebben om de quota op te vissen. Het
aantal zeedagen kan in 2008 wel tussentijds worden verhoogd als blijkt dat
vissers het quotum niet kunnen halen.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl