Ondernemer Ali Niknam lanceert een nieuwe bank die geen bank mag heten. Belangrijkste dienst: betaalverkeer via een eigen IT-platform. Voor lenen of sparen hoef je niet bij Bunq aan te kloppen.

Dat meldt Het Financieele Dagblad woensdag.

Ondernemer Ali Niknam (33)  besteedde drie jaar aan de voorbereiding van de lancering van betaaldienst Bunq, nadat hij eerder met TransIP een IT-bedrijf voor webhosting en dataopslag op poten zette. Niknam stak zelf 16,7 miljoen euro in het project Bunq en wilde geen externe financiering. “Met private equity is het onmogelijk om je ideologie zuiver te houden”, aldus Niknam tegenover het FD.

Bunq heeft vergunningen gekregen van De Nederlandsche Bank en wordt geadviseerd door twee ervaren bankiers, Jeroen Kremers en Jan de Ruiter. Maar Bunq mag vooral geen bank heten. De kern van de dienstverlening is een IT-platform met betaalapplicaties, waar je onder meer kan betalen met een selfie en een vingerafdruk. Veertig mensen werken aan de ontwikkeling van applicaties.

Bunq: betaalapp, niet lenen of sparen

Traditionele bancaire diensten zoals het aantrekken van spaargeld en lenen aan bedrijven en consumenten doet Bunq niet. “We gaan geen geld verdienen met geld. Dat is precies de systeemfout waardoor het verkeerd is gegaan bij de banken”, aldus Niknam tegen het FD.

Maar hoe verdient Bunq dan wel geld? Klanten kunnen tot tien rekeningen gratis openen en betalingen verrichten is gratis. Een bankpas kost 9 euro en per pinbetaling rekent Bunq vier cent. Geld opnemen kost 0,80 euro, aldus het FD.

Niknam laat de bètaversie van Bunq nu testen door duizend gebruikers en binnenkort komt deze beschikbaar voor consumenten. Jongeren ziet de ondernemer als een kansrijke doelgroep. "We hebben een product dat het best aansluit bij mensen die dingen in groepen doen, zoals sport- en studentenverenigingen."

Concurrentie van Apple en Google

Doordat Bunq zich concentreert op betaaldiensten gaat Niknam de facto concurreren met andere IT-partijen die banken op dit vlak aanvallen, waaronder internetreuzen zoals Google en Apple. Verschil is nu nog dat Google en Apple voor hun mobiele betaalapps toegang moeten krijgen tot betaalrekeningen bij traditionele banken, terwijl Bunq zelf rekeningen gaat beheren.

Banken kunnen vooralsnog dus blokkades opwerpen tegen Google en Apple, maar waarschijnlijk niet heel lang meer. In oktober en november stemmen het Europese Parlement en de Raad van Ministers over een nieuwe Europese richtlijn voor betaaldiensten, PSD2. Bedoeling is dat deze richtlijn het veel makkelijker maakt om bankrekeningen te koppelen aan betaalapplicaties van derden. Op dat moment wordt het voor Google en Apple ook interessant om zich vol op mobiel betalen te storten in de Europese Unie.