Het tempo waarmee de prijzen in Nederland stijgen, is in augustus verder afgenomen ten opzichte van een maand eerder. Dat meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) donderdag op basis van een snelle eerste raming. De inflatie kwam deze maand uit op 3,0 procent. In juli was dat nog 4,6 procent.

De afname kwam vooral door lagere energie- en brandstofprijzen. De prijzen van voedingsmiddelen namen daarentegen wel toe, maar iets minder sterk dan in juli.

De inflatie is al heel lang hoger dan de gemiddelde spaarrentes, waardoor de koopkracht van spaargeld afneemt. Bij een inflatie van 3 procent kun je met variabele spaarrentes nog steeds niet de inflatie verslaan. Maar als je spaargeld iets langer vastzet is dat nu wel mogelijk.

De hoogste variabele spaarrente voor 1 jaar vast is momenteel te vinden bij Yapi Kredi bank en bedraagt 3,35 procent. Daarmee versla je de inflatie nipt, zo blijkt uit gegevens van spaarinformatie.

In juni bedroeg de inflatie nog 5,7 procent. In die maand maakte het CBS voor het eerst gebruik van een nieuwe methode om energieprijzen te meten in het inflatiecijfer. In de nieuwe methode worden transactiedata van energieleveranciers gebruikt, zodat er ook rekening kan worden gehouden met de tarieven van al langer lopende energiecontracten. Bij de oude methode werd de prijsontwikkeling gemeten op basis van nieuwe energiecontracten.

Ontwikkeling inflatie, bron: CBS
Ontwikkeling inflatie, bron: CBS

De afname kwam vooral door de prijsontwikkelingen van motorbrandstoffen, die verder daalden. Energie, inclusief motorbrandstoffen, werd 28,6 procent goedkoper na een prijsdaling van 24,4 procent in juli. De prijzen van voedingsmiddelen namen daarentegen wel toe. Zo bedroeg de gemiddelde prijstoename van producten in de supermarkten deze maand 10,3 procent, tegen 11,6 procent in juli.

De prijzen van industriële goederen gingen met 6,4 procent omhoog, tegen 6,3 procent een maand eerder. Diensten werden 5,4 procent duurder, na een prijsstijging van 5,8 procent een maand eerder.

ECB mikt op inflatie van 2 procent

Om een goede vergelijking te maken met andere Europese landen geeft het CBS ook inflatiecijfers volgens de Europese methode, waarin onder meer geen rekening wordt gehouden met de woninghuren. De geldontwaarding kwam dan uit op 3,4 procent, tegen 5,3 procent in juli.

Later op de dag komt het Europese statistiekbureau Eurostat met de inflatiecijfers over de hele eurozone. In juli kwam die uit op 5,3 procent op jaarbasis. Met name de consumentenprijzen voor voeding, alcohol en tabak in het eurogebied stijgen nog altijd hard in prijs.

Doordat de inflatie nog altijd boven de doelstelling van 2 procent ligt, verhoogde de Europese Centrale Bank (ECB) in juli de rente opnieuw met een kwart procentpunt tot 3,75 procent. Of de ECB de rente bij de volgende vergadering in september verder zal verhogen hangt volgens de centrale bank af van de dan beschikbare economische cijfers.

Rabo-econoom noemt inflatiecijfer een 'schijnwerkelijkheid'

Het inflatiecijfer dat statistiekbureau CBS donderdag heeft gepubliceerd, klopt niet met wat mensen voelen. Dit zegt econoom Hugo Erken van RaboResearch. "Het is een schijnwerkelijkheid."

De Rabobank heeft berekend dat de inflatie deze maand in werkelijkheid 9,7 procent is vergeleken met dezelfde maand vorig jaar.

Het hogere cijfer van de bank heeft te maken met de veranderde rekenmethode die het CBS sinds kort gebruikt voor het berekenen van de inflatie, aldus de econoom. Voorheen pakte het CBS de tarieven van nieuwe energiecontracten voor het berekenen van de inflatie. Maar dat kon een vertekenend beeld geven omdat niemand elke maand een nieuw energiecontract afsluit. Het statistiekbureau gebruikt nu ook de tarieven van langer lopende contracten, maar past oude inflatiecijfers niet aan op de nieuwe methode.

De Rabobank vergelijkt de inflatie wel met de nieuwe methode en kwam uit op 9,7 procent. In september verwacht de bank een iets lagere inflatie van 9,1 procent.

Onder meer de voedselprijzen zijn deze maand weer gestegen en dat zorgt er volgens Erken voor dat huishoudens met een laag inkomen nog kwetsbaarder worden. "Hun persoonlijke inflatiepercentage is hoger dan dat van mensen met een hoog inkomen en ze zijn een groter deel van hun inkomen kwijt aan voedsel en energie. De koopkracht van mensen met een laag inkomen wordt sneller uitgehold en ze houden daarom minder over." De econoom zegt dat gerichte maatregelen voor compensatie voor huishoudens met een lager inkomen beter helpen tegen koopkrachtverlies dan generieke maatregelen, zoals de energiecompensatie.

Ook directeur Arjan Vliegenthart van budgetinstituut Nibud ziet het gedaalde inflatiecijfer van het CBS niet als een verlichting voor mensen met een laag inkomen. "Het is fijn dat het leven minder snel duurder wordt, maar de stijgingen van vorig jaar worden niet ongedaan gemaakt", zegt hij.

LEES OOK: Kabinetsplan om accijns op benzine en diesel verder te verhogen in 2024, is ‘rampzalig’ voor pomphouder, volgens brancheclub