• Een spillovereffect levert Nederland €8,8 miljard op, meer dan ons land direct krijgt vanuit de EU.
  • Sterk geïntegreerde sectoren zoals IT en bouw profiteren van Europese gelden.
  • De economische veerkracht van de EU-lidstaten versterkt onderling concurrentievermogen.

De Nederlandse economie blijkt stevig te profiteren van EU-gelden die elders worden geïnvesteerd. Volgens een nieuwe studie van de Europese Commissie bedraagt het zogeheten spillovereffect voor Nederland maar liefst €8,8 miljard.

Daarmee overstijgt het indirecte voordeel ruimschoots de €5,4 miljard die ons land zelf uit het Europese coronaherstelfonds ontvangt.

De verklaring ligt in de manier waarop het geld wordt besteed. Nederlandse bedrijven voeren, als onderdeel van de Europese interne markt, projecten uit in andere lidstaten. Denk hierbij aan opdrachten in infrastructuur, digitalisering en energietransitie. Door de verwevenheid van onze economie met die van andere EU-landen, is het effect voor Nederland bovengemiddeld.

Uit de analyse blijkt dat met name de groothandel, bouwsector, juridische dienstverlening, accountancy en IT-adviessector profiteren van de buitenlandse investeringen. Deze sectoren leveren producten en diensten die hard nodig zijn bij het uitvoeren van de hervormingen en investeringen die door de Europese Commissie zijn opgelegd als voorwaarde voor herstelfondsmiddelen.

De studie combineerde economische data met handelsstromen tussen lidstaten, wat inzicht gaf in welke sectoren structureel betrokken zijn bij grensoverschrijdende opdrachten. Dat leverde het totaalplaatje op van de Nederlandse verdiensten, ondanks dat het geld initieel niet op Nederlandse bodem wordt geïnvesteerd.

Coronaherstelfonds als katalysator voor EU-brede versterking

Het Herstel- en Veerkrachtfonds werd in 2021 opgericht om de gevolgen van de pandemie economisch op te vangen. In ruil voor hervormingen, zoals de invoering van nieuwe pensioenstelsels en investeringen in groene energie, ontvangen lidstaten miljarden aan financiële steun. De Commissie benadrukt dat deze impuls landen niet alleen individueel sterker maakt, maar ook de concurrentiekracht van de EU als geheel verhoogt.

Het feit dat Nederland meer verdient aan buitenlandse investeringen dan aan directe steun toont volgens economen de kracht van een geïntegreerde markt. Het onderstreept ook hoe grensoverschrijdende samenwerking rendeert, zelfs wanneer het geld elders binnenkomt