Oprichter Onno Bakker van de Nederlandse internetonderneming Ebuddy krijgt nog
steeds kippenvel als hij over snelweg 101 door Silicon Valley rijdt. ’s
Ochtends op bezoek bij Google, ’s middags nog even bij Ebay langs.
Contracten voor miljoeneninvesteringen worden achterop een bierviltje
ondertekend. De mogelijkheden in het Amerikaanse centrum van de
internetindustrie lijken ongekend.

Dan Nederland. Medeoprichter Jan Joost Rueb kan het niet uitstaan. Een uur is
hij bezig geweest om een hypotheek te regelen voor de derde eigenaar van het
bedrijf, Paulo Taylor. Het huis is niet duur, iedereen kan het betalen. Maar
de bank zegt: “Oh, een internetbedrijf”. De hypotheekafdeling zit met haar
neus in de boeken van het winstgevende Ebuddy en “wil weten waarom we vorig
jaar november verlies hebben gedraaid,” verzucht Rueb.

De miljoenencontracten zijn te vinden in Silicon Valley, ook voor
Ebuddy. Liever gezegd: zeker voor Ebuddy, dat tientallen miljoenen mensen
bereikt met zijn applicaties om chatdiensten als Messenger en Yahoo op het
internet en de mobiele telefoon te combineren. Toch heeft Ebuddy ervoor
gekozen om in het behoudende Nederland te blijven.

Ebuddy begon als een weddenschap. De techneut Taylor wilde MSN Messenger op
zijn mobiel aan de praat krijgen. Dat lukte al snel. “We dachten: als het
werkt op een telefoon, kun je ook een schilletje bouwen in een webbrowser.
Dat hebben we toen gedaan," aldus Bakker. Op 1 mei 2004 was eBuddy een
feit. Na twee maanden kwam de eerste stagiair, na vier maanden de eerste
werknemer.

De jaren daarna groeide Ebuddy tot 35 werknemers en een geschatte omzet van 3
miljoen euro. Eigenlijk is het bedrijf sinds vorig jaar geen startup meer.
De verhuizing naar een monumentaal pand aan de Keizersgracht in Amsterdam
was een mijlpaal. Tot dan zat de onderneming op zolder boven het kantoor van
de advocaat Britta Böhler. In de zomer kon de temperatuur tot tegen de
veertig graden stijgen, zegt Bakker, die desondanks met weemoed terugkijkt
op die periode.

De ambities van Ebuddy gingen verder dan de hete zolderkamer, maar voor
groei was meer geld nodig. Niet alleen voor de noodzakelijke investeringen.
Potentiële werknemers met kinderen en een hypotheek zien graag dat hun
werkgever een goed gevulde bankrekening heeft.

In hun zoektocht naar investeerders kwamen de drie ondernemers al snel terecht
in Silicon Valley. Want hun grote Amerikaanse concurrent had daar ‘op een
bierviltje’ 3,5 miljoen dollar gekregen. In Nederland gaat het aanzienlijk
minder eenvoudig. “Ik sta met mijn bul en een winstgevend bedrijf bij ABN
Amro voor twee ton en krijg 25 duizend euro. Ik heb het bijna afgewezen,"
weet Rueb.

Alle deuren in Silicon Valley gingen open voor Ebuddy. Toch ging de
onderneming uiteindelijk in zee met de Nederlandse investeerder Lowland
Capital. EBuddy zegt voor veiligheid te hebben gekozen. In Silicon Valley
mag het ondernemersklimaat dan ongekend zijn, “je wordt snel meegesleurd,"
aldus Bakker. “We hadden een baby ter wereld gebracht en wilden niet in het
casino van Silicon Valley stappen. Je moet daar heel erg rennen. Wij willen
geld verdienen. Daar zeggen ze: dat komt later wel." De voorwaarden van
de lening van Lowland Capital waren gunstiger dan Ebuddy in de VS kon
krijgen. In ruil voor een injectie van 5 miljoen euro, krijgt de
geldschieter een klein belang in het bedrijf.

Ebuddy had twee keer groter kunnen zijn als het in Silicon Valley zat, moet
Rueb toegeven. En het tekort aan personeel was zeker niet zo nijpend
geweest. Afgestudeerden van topuniversiteiten in Nederland willen voor Shell
of Unilever werken. Studenten van de beste opleidingen in de Verenigde
Staten ambiëren juist een carrière bij een startup. Rueb begrijpt het wel.
Waarom zou je bij een beginnend internetbedrijf beginnen? Er zijn weinig
succesverhalen bekend in ons land.

Ebuddy heeft echter aangetoond dat het wel loont om te werken bij een internet
startup, vindt Rueb. “We hebben iets waar we trots op zijn. We zijn nu zo
groot dat we praten met investeerders wereldwijd.” Stiekem denken de
oprichters zelfs al aan de verkoop van het bedrijf.

Niet dat een verkoop nu al aan de orde is. Het bedrijf, en de eigenaren
zelf, zijn er nog niet klaar voor. Er ligt een plan dat Ebuddy de komende
twee jaar aantrekkelijker moet maken. Dat vergt een nieuwe ronde van
investeringen. Pas dan zal de deur opengaan voor geïnteresseerde kopers.
Rueb: “Voorlopig ben ik een uur bezig om een hypotheek voor mijn partner te
krijgen.”

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl