Het is vrij rustig in de fabriek van Thermo Air in Huizen. Bouwvak.
Traditiegetrouw een periode van opruimen. “Daarom is het hier zo rommelig”,
bromt directeur Martin Leistra, wijzend op wat her en der uitgestalde
geraamten van bedrijfsventilatoren. Maar dat is niet zijn voornaamste zorg.
“Als het apparaat zijn belofte inlost, dan hebben we hier niet genoeg
capaciteit om aan de vraag te voldoen.”

Het apparaat is de nieuwe Hoog Rendements Koeler (HR-koeler) van het
bedrijf. Het belooft 75 tot 90 procent minder energie te verbruiken dan een
normale airco. En op een moment dat de vraag naar koeling aanzwelt en
energieprijzen stijgen is dat een aantrekkelijk aanbod. Vooral datacenters
zijn een groeiende, interessante markt.

“We hebben al een pilot bij een datacenter draaien”, zegt Walter van Kampen,
verantwoordelijk voor de verkoop en marketing bij het bedrijf. “Als dat goed
gaat, kan het zomaar heel snel gaan lopen.”

Hoe krijgt de HR-koeler zo’n enorme energiebesparing voor elkaar? “Simpel”,
lacht Van Kampen, “we hebben het koelsysteem er tussenuit gehaald. Dan hou
je alleen een ventilator over.” Een normale airco gebruikt een apart
koelsysteem om de lucht kouder te maken. Dit wordt vervolgens verspreid door
de ventilator.

De basis van de HR-koeler is lucht langs water te blazen. Daardoor
koelt de lucht af. In Zuid-Europese landen wordt op warme dagen een natte
lap voor het raam gehangen. Als het daar doorheen waait daalt de temperatuur
in de kamer. Een ander voorbeeld is wind door natte kleding. Veel kouder dan
de wind zelf.

“Dit heet adiabatische koeling”, legt Leistra uit. Het nadeel van deze
techniek is dat het maar tot op zekere hoogte werkt. “De lucht wordt steeds
vochtiger. Is de lucht te vochtig dan koelt deze niet verder af.” Dit
betekent een flinke beperking ten opzichte van normale koelsystemen.

StatiqCooling heeft daarom in samenwerking met Thermo Air een variant op deze
adiabatische koeling ontwikkeld, de diabatische koeling. “De aangeblazen
lucht wordt gescheiden. Een derde wordt gebruikt voor adiabatische koeling
van het hele blok. Die lucht wordt naar buiten afgevoerd. De rest wordt dan
door het afgekoelde blok geblazen.”

Het voordeel hiervan is dat de lucht binnen niet vochtiger wordt. Dus
kan er tot veel lagere temperaturen gekoeld worden. En dat maakt het volgens
Thermo Air een prima alternatief voor standaard koelsystmen binnen
bedrijven. “Ideaal in landklimaten”, zegt Leistra. “In tropische streken
wordt het wat lastiger omdat daar de lucht warm en vochtig tegelijk is.”

Het blok zelf wordt door StatiqCooling gebouwd. De kast erom heen is van
Thermo Air. Dankzij de samenwerking kan met een fractie van de energie toch
goed gekoeld worden. Er is alleen aansluiting op een waterleiding nodig.

Onlangs werd met het apparaat een project in de sociale werkplaats van Hengelo
uitgevoerd. Ook de ICT-ruimte van het Albeda College in Rotterdam wordt
gekoeld met de HR-koeler. “Het apparaat kost evenveel als een normaal
koelsysteem, zo’n 30.000 euro, maar gebruikt dus veel minder energie.
Bovendien voldoet het daardoor ruimschoots aan milieu-eisen.”

Dit gaat heel groot worden, voorspellen beide mannen. Thermo Air wil de
machine niet alleen in Nederland, maar over de hele wereld gaan verkopen.
Daarvoor moet nog wel flink wat scepticisme worden overwonnen.

Leistra: “Installateurs zijn nog terughoudend. Niet alleen omdat ze nog niet
overtuigd zijn van het product, maar ook omdat het niet past in hun
rekenmodel. Zij willen onderhoud plegen op het koelsysteem. Dat onderhoud
valt bij onze machine voor de helft weg.”

Maar het overwinnen van dit scepticisme is slechts een kwestie van
tijd. En dan is extra capaciteit nodig. In Apeldoorn wordt er volgend jaar
een gloednieuwe fabriek neergezet. “2500 vierkante meter”, zegt Leistra
wijzend op een paar grote tekeningen in zijn kantoor. “Daar kunnen we wel
even mee vooruit.”

En mocht dat uiteindelijk niet genoeg zijn, dan heeft de familie Honing, de
eigenaren van Thermo Air, nog eens 7800 vierkante meter tot zijn
beschikking. De grond is al aangekocht. “Het is prettig om te weten dat er
geld is voor verdere investeringen”, zegt Leistra. “Maar helaas heb je niet
alleen gebouwen, maar ook mensen nodig. En die zijn steeds moeilijker te
vinden.”

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl