Nederland blijkt behoorlijk negatief te denken over Oost-Europeanen die in ons land willen werken. Bijna twee derde van de Nederlanders ziet vooral nadelen aan hun komst.

Dat blijkt uit het vierde kwartaalbericht van het Sociaal en Cultureel Planbureau.

Eveneens twee derde van de Nederlanders vindt dat er te veel Oost-Europeanen naar Nederland komen; 58 procent vindt dat de migranten misbruik maken van uitkeringen en 47 procent vindt dat ze banen afpakken van Nederlanders.

Bijna de helft denkt dat ze overlast op straat veroorzaken en in de criminaliteit zitten. Vooral lageropgeleiden staan negatief tegenover de arbeidsmigranten uit oost-Europa.

Oneerlijke concurrentie op arbeidsmarkt

Volgens de onderzoekers van het SCP vindt 60 procent van de ondervraagden dat de Oost-Europeanen worden uitgebuit, en daar moet de overheid tegen optreden. Dat is niet alleen omdat men uitbuiting afkeurenswaardig vindt.

Uitbuiting in de vorm van onderbetaling en arbeidsmigranten te lange dagen laten maken, leidt tot oneerlijke concurrentie. Overheidsingrijpen zorgt dan voor een gelijk speelveld.

De helft van de ondervraagden is het eens met de uitspraak dat migranten uit Oost-Europa harde werkers zijn. Dat geldt met name voor Polen; Bulgaren en Roemenen worden negatiever beoordeeld.

Zonder werkvergunning aan de slag in Nederland

Per 1 januari 2014 kunnen Roemenen en Bulgaren in Nederland zonder werkvergunning aan de slag. De landen zijn al sinds 2007 lid van de Europese Unie, maar destijds werden beperkingen afgesproken met betrekking tot arbeidsmigratie. Die beperkingen vervallen op 1 januari 2014.

Dat leidt tot ongerustheid bij onder meer minister Lodewijk Asscher (Sociale Zaken en Werkgelegenheid), die vindt dat de grens voor deze mensen te vroeg opengaat.

Ook de steden Den Haag en Rotterdam maken zich zorgen over de verwachte toestroom van Oost-Europese arbeidsmigranten. Zij zijn bang voor extra overlast en willen eerst zeker weten dat nieuwkomers een baan en goede huisvesting hebben. De steden zouden de immigranten geen burgerservicenummer willen geven als er twijfel bestaat over hun verblijfplaats.

Andere landen vrezen ook toestroom

Ook Duitsland, België, Engeland en Oostenrijk vrezen voor een stroom werklozen uit Bulgarije en Roemenië. In Duitsland werken al naar schatting 160.000 Bulgaren en Roemenen. Sommigen vrezen dat er in 2014 ergens tussen de 100.000 en 180.000 extra mensen uit die landen in Duitsland werk komen zoeken of op een andere manier aan de armoede in het eigen land hopen te ontsnappen.

Veel Roemenen zijn teleurgesteld in Europa, nu lidstaten bezwaar maken tegen het vrijgeven van de arbeidsmarkt op 1 januari 2014. Naast Nederland zijn er ook in Groot-Brittannië en Duitsland plannen geopperd die het lastiger maken voor Roemenen en Bulgaren er aan de slag te gaan.

Het Roemeense ministerie van Buitenlandse Zaken zegt met bezorgdheid kennis te nemen van de politieke discussies in diverse landen en van de ongenuanceerde berichten in de media. "Er komen berichten in de krant die ronduit discriminerend zijn'', aldus woordvoerster Predescu. "Ze zijn evenmin juist. Het ministerie van Buitenlandse Zaken volgt de emigratiestromen al sinds 1989, direct na de revolutie. Toen al zijn Roemenen vertrokken naar andere landen, om er op vakantie te gaan, om er te gaan wonen en om werk te zoeken. Het is niet zo dat vanaf 2014 de Roemeense grens ineens opengaat en Roemenen massaal naar Nederland zullen vertrekken."

Vrees speelde ook bij toetreding tot EU

Die vrees speelde trouwens ook in 2007, toen Roemenië toetrad tot de Europese Unie. Toenmalig Nederlands ambassadeur Jaap Werner zei toen al dat Roemenen veel meer gericht zijn op landen als Italië en Spanje, omdat cultuur en taal verwant zijn aan hun thuisland.

Woordvoerder Predescu bevestigt dat. "En Roemenen die wel naar Nederland komen doen het daar prima. Zij leveren een waardevolle bijdrage aan de samenleving. Dat wordt ons ook door de Nederlandse politiek bevestigd", zegt ze.

"Iedereen mag kritisch zijn, maar er komen nu berichten in omloop waarvan wij zeggen: er zijn wel grenzen. Dat uitgerekend in Nederland, één van de grondleggers van de Europese Unie en voorstander van vrij verkeer van personen vanaf het eerste uur, deze discriminerende geluiden klinken, verbaast ons wel.''

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl