Dat blijkt uit de driejaarlijkse studie onder 15-jarige scholieren, die de
club van industriële landen Oeso laat uitvoeren. Aan het zogenoemde
Pisa-onderzoek 2006 deden 57 landen mee.

Het betrof een test van twee uur. Het hoofdonderwerp was
natuurwetenschappelijke kennis en de toepassing daarvan in het dagelijks
leven. Daarnaast werden ook wiskundige- en leesvaardigheden getest.

Nederland staat wereldwijd op de negende plaats. Binnen Europa bezet
Nederland de derde positie, achter Finland en Estland. Finland is ook
wereldwijd nummer één, gevolgd door Hongkong en Canada.

De Pisa-studie 2006 is niet direct vergelijkbaar met eerdere edities uit 2003
en 2000. In 2003 lag het accent op de wiskundige kennis van scholieren, in
2000 ging het vooral om de leesvaardigheid.

In 2003 bezette Nederland op het onderdeel natuurwetenschappen de achtste
plaats.

De Oeso gaf de ranglijst donderdag vrij, nadat details waren uitgelekt
in de Spaanse pers. Op vier december publiceert de Oeso het volledige
Pisa-rapport.

De Pisa-studie 2006 houdt rekening met een onzekerheidsmarge. Wereldwijd mag
Nederland met 95 procent zekerheid een positie tussen nummer vijf en tien
claimen. Bij de industrielanden van de Oeso mag Nederland aanspraak maken op
positie vier tot zeven.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl