Dit staat te lezen in de Arbobalans 2006 die in opdracht van het ministerie
van Sociale Zaken is opgesteld door TNO.

Het aantal werknemers in Nederland dat met een computer werkt, is de
laatste jaren toegenomen. Zo’n tachtig procent van de ondervraagde
werknemers gebruikt voor zijn werk een computer. Dit varieert van heel soms
tot altijd. Ruim veertig procent zit meer dan vier uur per dag voor zijn
werk voor een beeldscherm, meer dan twintig procent meer dan zes uur.

Vooral in de financiële en zakelijke dienstverlening en in het openbaar
bestuur zitten werknemers veel achter de computer.

Het gemiddelde aantal uren dat Nederlanders voor hun werk achter de
computer zitten, bleef echter constant. Dit is nog altijd bijna vier uur per
dag. Mannen die langer dan zes uur per dag beeldschermwerk verrichten,
hebben een duidelijk verhoogde kans op RSI. Voor vrouwen ligt de grens bij
vier uur.

Toch is de RSI-problematiek sinds 2005 niet verder toegenomen. Tot 2005 nam
het aantal RSI-gevallen gestaag toe, maar sindsdien is dit constant. Ruim
een kwart van de Nederlandse werknemers zegt last te hebben van RSI of KANS
(Klachten aan de Arm Nek en Schouder), zoals RSI tegenwoordig ook wel wordt
genoemd.

RSI krijg je overigens niet alleen van beeldschermwerk. Ook ander
repeterend werk, in de industrie bijvoorbeeld, kan tot pijn in de handen,
nek, schouders of armen leiden.

Kijk je naar de sectoren waar RSI het vaakst voorkomt, dan valt op dat RSI
zelfs vaker voorkomt in sectoren waar veelvuldig trillingen en repeterende
bewegingen voorkomen, dan in sectoren waar veel beeldschermwerk wordt
verricht.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl