Nederland telde begin deze eeuw zo’n 221 duizend internationale kenniswerkers. Recent is dat gestegen naar 383 duizend, gemeten over de jaren 2016 tot en met 2018. Dat is een groei van 73 procent. Toch trekt Nederland relatief weinig hoogopgeleide immigranten aan.

Dat meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) maandag.

Nederland heeft vergeleken met andere Europese landen relatief weinig internationale kenniswerkers. Volgens het CBS gaat het in veel andere Europese landen gemiddeld om een groter deel van de beroepsbevolking. Het betreft hoogopgeleide personen die hier soms al jarenlang wonen, maar in een ander land zijn geboren.

In Nederland gaat het bij hoogopgeleide kennismigranten om 4,2 procent van de Nederlandse beroepsbevolking. In de onderstaande tabel is te zien dat Nederland daarmee relatief laag scoort als vergeleken met andere Europese landen.

In onder meer Zwitserland (13 procent), Ierland (12 procent), België (7 procent) en Duitsland (5 procent) gaat het om een groter deel van de beroepsbevolking. Van de onderzochte Europese landen kende Luxemburg met 26 procent het grootste aandeel kenniswerkers van over de grens.

Overigens doen internationale kenniswerkers in Nederland vaak werk op hun opleidingsniveau. Dit is het geval bij twee derde van de mensen. Ze werkten bijvoorbeeld als technicus of als manager. Nederland komt daarmee achter de koplopers Luxemburg en Zwitserland, maar net voor de buurlanden België, Verenigd Koninkrijk en Duitsland.

Verder valt het op dat de internationale kenniswerkers in Nederland in Europees perspectief het meest (20 procent) als zelfstandige aan de slag zijn.

LEES OOK: De inspectie constateert opnieuw gesjoemel met kennismigranten – dat heeft Canada een stuk beter geregeld