Dat blijkt uit een inventarisatie van Het
Financieele Dagblad , naar de vestiging van buitenlandse financierings-
en houdstermaatschappijen in Nederland.
In 2010 steeg het aantal buitenlandse fiscale dochters in Nederland naar een
record van 13 duizend. Liefst vier van de vijf bedrijven uit de top-100 van
grootste bedrijven ter wereld van zakenblad Fortune hebben een fiscale
dochter in Nederland, zo turfde het FD.
Om 2010 stroomde er via de fiscale firma’s een bedrag van 10 duizend miljard
euro van en naar Nederland. Dit is ruim twee keer zoveel als in 2003.
Belastingverdragen
De sterke positie van Nederland als internationaal knooppunt voor fiscale
firma’s vloeit voort uit voorzieningen zoals de deelnemingsvrijstelling en
het grote aantal belastingverdragen dat Nederland met andere landen heeft
afgesloten.
De Nederlansche Bank (DNB) becijferde in 2007 dat de belastingopbrengst van de
vestiging van buitenlandse financierings- en holdingmaatschappijen zo’n 1,5
miljard euro per jaar bedraagt.
Opbrengst neemt af
Wiecher Munting, voormalig hoofd van de afdeling van de Belastingdienst die
zich met multinationals bezig houdt, schat dat dit bedrag fors minder is
geworden door nieuwe verrekeningsregels: "Eerst haalden wij rond de 1,5
miljard euro binnen, waarna dit geleidelijk verminderde naar nog maar enkele
honderden miljoenen, schat ik", aldus Munting tegenover het FD.
De Nederlandse regering koestert het gunstige fiscale klimaat voor
buitenlandse firma's, maar is huiverig voor het predicaat
'belastingparadijs'. Toen de Amerikaanse president Obama die kwalificatie in
2009 voor Nederland gebruikte, kwam de Nederlandse regering onmiddellijk in
actie met tegenargumenten.
Lees ook:
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl