Met de Provinciale Statenverkiezingen van woensdag in aantocht worden veel beleidskeuzes tegen het licht gehouden. Wat levert het bijvoorbeeld op dat de provincies Gelderland en Overijssel met het GO4EXPORT-programma investeren in internationale business?

Voor de Gelderse gedeputeerde Michiel Scheffer van Economische Zaken komt het thema internationaal zakendoen heel dichtbij. Zijn geboorteplaats Manchester komt na de Brexit buiten de Europese Unie te liggen.

“Dat doet enorm veel pijn”, zegt hij. “We zien een ramp gebeuren en dit doet me extra beseffen hoeveel het waard is om te investeren in een goede relatie met onze buurlanden.”

Na de Provinciale Statenverkiezingen duurt het nog maar negen dagen tot de Brexit. Hoewel de definitieve koers van de Britten nog altijd niet vaststaat, is er zakelijk al veel schade aangericht. En dat treft ook Gelderse ondernemers, weet Scheffer. “Zo’n 10 procent van het fruit in Verenigd Koninkrijk komt uit de Gelderse Betuwe.”

Fons de Zeeuw ziet als manager International bij ontwikkelingsmaatschappij Oost NL ook heel duidelijk de negatieve gevolgen van de Brexit. “Neem nu peren uit de Betuwe. Nu worden ze zonder tarief ingevoerd. Bij een no-deal-Brexit komt daar met het WTO-tarief 8 procent bij; plus andere kosten loopt dat op naar 13 procent. Een ramp voor met name de kleinere handelaar.”

Producenten uit Oost-Nederland zullen naar andere afzetmarkten moeten zoeken, zegt Scheffer. “En dan ligt Duitsland verreweg het meest voor de hand.” Scheffer formuleert de enorme verschuiving in één zin: “After the Brexit, lieben wir Deutschland.”

Brexit doet pijn, maar biedt ook kansen

De Brexit is een bijzonder lastige zaak, weet De Zeeuw, die hierover met veel ondernemers uit Oost-Nederland spreekt. “Mocht het uitlopen op een no-deal-Brexit, dan gelden de WTO-invoertarieven, wat Nederlandse producten veel duurder maakt.” Zelfs als er toch nog een deal komt, dan zullen ondernemers alsnog op kosten gejaagd worden, zegt hij. “Langere wachttijden, douane, extra opslag en ga zo maar door.”

Uitvoeren naar Groot-Brittannië lijkt dus hoe dan ook financieel minder aantrekkelijk te worden. De Zeeuw: "Het pond daalt waarschijnlijk ook in waarde, dat maakt onze producten naar verhouding nog duurder."

Vooral producten die de Britten zelf ook maken, ondervinden hier hinder van, voorspelt hij. “In Overijssel moet je dan denken aan tech, in Gelderland gaat het om food. Beide provincies hebben machinebouw en meubelindustrie.”

Tegenover de negatieve effecten staat ook goed nieuws. “Voor de Britten wordt het dan ook duurder om naar de EU te exporteren. Nederlanders kunnen in dit gat springen en zich bijvoorbeeld extra op Duitsland richten.”

Investeren in de band met Duitsland

Het was voor de provincies Gelderland en Overijssel aanleiding om te onderzoeken waar bedrijven tegenaan lopen wanneer ze de internationale markt op willen.

Met de oosterburen doen veel bedrijven uit Oost-Nederland al uitstekende zaken, zeker op het gebied van agrofood, machines en hightech. Van de Gelderse export is 23 tot 25 procent bestemd voor de Duitse markt, een aandeel dat groeit.

Toch is het nodig om extra te investeren in de band met Duitsland, vindt gedeputeerde Scheffer. “We zijn goed in bulkproducten en bereiken vooral Noordrijn-Westfalen. Maar in regio’s als Zuid-Duitsland en op het gebied van innovatieve producten hebben we veel te winnen.”

Exporteren naar Duitsland is ook niet eenvoudig, hoorde Scheffer van de ondernemers die hij tijdens werkbezoeken ontmoette. “Je hebt te maken met enorme inkooporganisaties van cateraars of supermarkten op een schaal die we in Nederland niet gewend zijn.”

Bedrijven moeten dus extra voorwerk doen om succes te hebben over de grens. Dat kost tijd en geld, zegt Scheffer. “Je moet zo veel uitzoeken. Hoe het zit met de regels rond voedselveiligheid, verpakkingen en ga zo maar door.”

Het was voor de provincie aanleiding om vanuit het GO4EXPORT-programma een zogenoemde agrofoodmakelaar en een makelaar voor de sector Hightech Systemen en Materialen (HTSM) aan te stellen voor bedrijven in Overijssel en Gelderland.

“Je hebt iemand nodig die de weg kent op dit gebied in Duitsland. En informatie vind je niet door een keer op handelsmissie te gaan of een beurs te bezoeken. Met Jochem Wolthuis (agrofood) en Hans Brouwers (HTSM) kunnen we concreter hulp voor de lange termijn bieden", aldus Scheffer.

De gevolgen van de Brexit laten duidelijk zien waarom dit nodig is, zegt GO4EXPORT-programmamanager Remco Lucassen van Oost NL. “In Duitsland zien we veel mogelijkheden, maar om daar succes te hebben moet je investeren in relaties voor de lange termijn. Dat doen we op deze manier."

Duitse delegatie onder de indruk van Oost-Nederland

Een van de eerste acties van de agrofoodmakelaar was het uitnodigen van een delegatie van het Duitse ministerie van Landbouw naar de FoodValley-regio rond Wageningen. “De agrofoodmakelaar helpt niet alleen bedrijven, het is ook van belang dat hij influencers een goed beeld geeft van wat hier gebeurt”, vertelt Scheffer. “Bij de delegatie zaten enkele redacteuren die schrijven voor bladen van het ministerie. Zij bereiken een belangrijke doelgroep voor onze ondernemers.”

In Duitsland staat de Nederlandse agrarische sector vooral bekend als leverancier van bulkproducten, kreeg de gedeputeerde te horen. “Het was mooi dat we deze delegatie een breder beeld konden geven. We zijn hier in Oost-Nederland met spannende dingen bezig, zoals eiwittransitie, gepersonaliseerde voeding, enzovoort.”

Jochem Wolthuis is als agrofoodmakelaar nog geen jaar aan de slag, maar heeft al veel meegemaakt, zeker bij producenten die vleesvervangers produceren. “Ontzettend interessant hoe sterk zich het Proteïne Cluster, met veel leden uit Oost-Nederland, ontwikkelt.”

Eind deze maand neemt hij een groep bedrijven uit dit cluster mee naar Berlijn waar een belangrijke conferentie plaatsvindt rond nieuwe foodtrends. “We bezoeken een veganistische supermarkt, maken kennis met Duitse belangenorganisaties en ontmoeten Duitse startups.”

Een van de taken van Wolthuis is om in Duitsland te laten zien welke innovaties Nederland in huis heeft. “Er gebeurt veel moois rond micro-algen, eendenkroos en eiwitrijke voeding. Denk ook aan quinoa, dat niet uit Zuid-Amerika hoeft te komen, maar uit Nederland. Minder transport is een stuk beter voor het milieu.”

Ook Remco Lucassen van GO4EXPORT kreeg al positieve geluiden te horen. In Nederland is vla wereldberoemd, in Duitsland pioniert de Zuivelhoeve met dit product. Wolthuis kreeg het bedrijf uit Hengelo in het Hollandpaviljoen op de Berlijnse consumentenbeurs Grüne Woche, waar zij hun vla aan de 500.000 beursbezoekers, overwegend Duitse consumenten, konden laten proeven. “Ik hoorde vorige week van hun logistieke man dat er nu extra vla naar Duitsland gaat.”

Oost-Nederland moet Duitsland-proof worden

In het stimuleren van export en internationale handel ziet gedeputeerde Scheffer een belangrijke rol voor de provincie. “We moeten onze ondernemers ‘Duitsland-proof’ maken.” Dat gaat verder dan het kennen van de do’s en don’ts in Duitsland, zegt hij. “De consument daar heeft andere voorkeuren. Dat moet terugkeren in je verpakking, de informatie op je website, maar ook in je marketing.”

Het Duitse ministerie bezocht ook de boerderij en kaasmakerij van familie Van der Voort uit Lunteren, vertelt Wolthuis. “Zij maken de rauwmelkse Remeker kaas. Van der Voort vreesde dat hier in Duitsland moeilijk over zou worden gedaan. Dankzij het bezoek konden we die zorgen hierover aan beide kanten wegnemen.”

De manier waarop familie Van der Voort werkt, maakte diepe indruk op de delegatie, hoorde de agrofoodmakelaar. “Men werkt zonder antibiotica en is al heel ver op weg met circulaire landbouw. Wanneer Duitsers ons enkel associëren met bulkproductie, dan is het een heel belangrijk inzicht bij beleidsmakers dat we dit in Nederland ook kunnen.”

Wolthuis signaleert in Duitsland trends die ook in Nederland spelen. “Vergroening, meer plantaardig, minder vet, zout en suiker. Meer gezond snacken binnen de bedrijfskantine. Er zijn dus veel kansen om in te haken bij Duitse campagnes op dit gebied.”

Investeren in Duitsland betaalt zich terug

Juist deze manieren van het bevorderen van export is een belangrijke taak voor de provincie, zegt Scheffer. “Een kwart van de Gelderse economie is direct afhankelijk van export. Dat is 15 miljard euro per jaar, ofwel 7.500 euro per inwoner.”

De extra moeite die je moet doen om te kunnen exporteren naar Duitsland, kan jouw bedrijf een extra impuls geven, denkt Scheffer. “Duitsland is veeleisend en betrouwbaar. Als je dat aankunt, dan kan je zoveel meer aan.”

De gedeputeerde wil van Oost-Nederland de ‘Silicon Valley voor Food’ maken. Dat is geen luchtfietserij, want Gelderland is op veel terreinen al wereldmarktleider in foodtech, zegt hij. “Denk aan appelsorteermachines, eiersorteermachines, maar ook de productielijnen voor het bakken van brood.”

Scheffer ziet zich hierin bevestigd door het feit dat enkele van de grootste foodbedrijven ter wereld hun R&D-afdelingen naar Gelderland hebben verplaatst. “Denk aan Unilever, The Kraft Heinz Company en FrieslandCampina. Dat zij hiernaartoe zijn gekomen, is veelzeggend.”

Lees ook op Duitslandnieuws: