Op het stadhuis in Den Haag staat een uit de kluiten gewassen slagroomklopper.
Het is geen ontvanger of kunstwerk. Met deze kleine windmolen, de Turby,
wordt groene stroom opgewekt.

Genoeg wind cruciaal
Dat is tenminste de bedoeling. “De Turby op het dak staat achter een muur”,
zegt Balthasar Klimbie, voorzitter van de commissie Kleine Windturbines van
de Nederlandse Wind Energie Associatie. Genoeg wind is er dus niet.
Opgewekte stroom evenmin.

Voldoende wind is het belangrijkste criterium voor het plaatsen van
windturbines. “Trek een lijn van Middelburg naar Groningen”, zegt Klimbie.
“Links ervan is doorgaans genoeg wind. Rechts ervan niet.”

Een kleine windmolen heeft een gemiddelde windsnelheid van 5,5 meter per
seconde nodig om rendabel te zijn. In het oosten en zuiden van Nederland
waait het niet hard genoeg. Zonnepanelen zijn daar een betere optie.

Plaatsing cruciaal
Voor particulieren die relatief dicht bij zee wonen kan een windmolen dus
voordelig zijn. De plaatsing is echter cruciaal. “Een goede aanvoer van wind
is noodzakelijk”, zegt Klimbie. Een rijtjeshuis is daarom niet geschikt.
Behalve op hoge gebouwen hebben windmolens in woongebieden een te laag
rendement.

Het hangt van de leverancier af of een expert het windaanbod komt meten. Hij
kan advies uitbrengen over de plaatsing en de turbinekeuze. Er zijn twee
types: windmolens met een horizontale en een verticale as. Aan de kust of op
het platteland presteert de horizontale-asturbine beter. De verticale is
geschikt voor bebouwde gebieden waar de windrichting meer varieert.

Lage subsidie
De prijzen van miniturbines lopen sterk uiteen. Op de Nederlandse markt zijn
ruim dertig verschillende modellen verkrijgbaar. De aanschafkosten variëren
van 4.300 euro voor de Energy Ball v100 tot 37.187 euro voor de WRE 060.

Kleine windmolens komen in aanmerking voor subsidie onder de regeling
Stimulering Duurzame Energieproductie. Ze vallen echter in de categorie voor
grote windmolen. De hoogte van de subsidie is 4 cent per kilowattuut.

“Het zou beter zijn als er een eigen categorie komt”, zegt Klimbie.
“Miniturbines lijken wat dat betreft op zonnepanelen. Beide richten zich op
de consumentenmarkt.” Minister
Van der Hoeven
van Economische Zaken is voorlopig niet van plan een
eigen categorie toe te kennen aan mini-windmolens.

Veel 'rommel' op de markt
De aanschafkosten zijn hoog, maar een goede windturbine is goedkoper dan
zonne-energie, meent Klimbie. De stroom die is opgewekt door een kleine
windturbine kost tussen de 25 en 35 cent per kWh. Met zonnepanelen ligt de
prijs op ongeveer 55 cent per kWh.

Het kopen van een goede turbine is wel een vereiste. Uit een praktijktest van
twaalf kleine windmolens in het Zeeuwse Schoondijke bleek dat tien van de
twaalf modellen onder de maat presteerden. Sommige molens gebruikten door
hun elektronica zelfs meer stroom dan ze opleverden. De modellen Skystream
en Montana presteerden het best en leveren in een jaar voldoende stroom voor
ongeveer een half huishouden.

Bouwvergunning
Het plaatsen van een miniturbine mag niet zomaar. In vrijwel alle gemeentes
is een bouwvergunning noodzakelijk. In het bestemmingsplan is zelden iets
opgeschreven over windmolens. “Daardoor moet een aanvrager allerlei
procedures door”, zegt Klimbie. Het maakt daarbij geen verschil of de
windmolen wordt bevestigd op een afzonderlijke mast of aan de gevel.

Wat vinden de buren?
Voor particuliere wooneigenaren is het belangrijk dat de omgeving geen last
heeft van de windturbine. De buren zitten hoogstwaarschijnlijk niet te
wachten op een mast van twintig meter in de tuin naast hen. Bovendien bleek
geluidsoverlast een onverwacht probleem bij een test van 40 windmolens in
Engeland. In de stad zijn windturbines dus eigenlijk geen optie.

Lees ook:

Zonnepaneel
op je dak fors goedkoper

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl