Het aantal woningbezitters met een huis dat ‘onder water staat’, dat wil zeggen woningen waarvan de waarde lager is dan de hypotheek die erop is afgesloten, is het afgelopen jaar gedaald tot 1,4 miljoen.
Dat meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) donderdag. Sinds 2008 was het aantal huizenbezitters met een woning die minder waard was dan de hypotheekschuld elk jaar gestegen. De reden voor de huidige kentering is vrij eenvoudig: de gestegen huizenprijzen. Afgelopen september lagen de prijzen 3,5 procent hoger dan een jaar geleden.
Van alle 4,3 miljoen mensen met een eigen woning heeft echter nog altijd 32 procent een huis dat onder water staat. Dat klinkt overigens wel iets dramatischer dan het is.
Het CBS gaat namelijk uit van de fiscale schuld. Dat betekent dat spaartegoeden en beleggingspotjes gekoppeld aan de hypotheek niet zijn meegerekend. Trek je die spaarpotjes ervan af, dan daalt het aantal huizen onder water waarschijnlijk fors. Wat dat precies zou uitmaken, daar loopt bij het CBS op dit moment nog een onderzoek naar. (Klik op onderstaande grafiek om hem uit te vergroten)
Twintigers en dertigers nog wel klem
Als je verder inzoomt op de situatie moet je wel constateren dat dertigers en twintigers nog met een probleem zitten. Van de huizenbezitters onder de 45 heeft 65 procent een huis dat onder water staat. Bij de groep onder de 35 is dat zelfs 75 procent.
Deze groepen hebben voor of tijdens de crisis een huis gekocht. De woning is vaak de afgelopen jaren in waarde gedaald. Dat vertaalt zich meteen in 'onder water staan', omdat deze kopers vrijwel altijd de gehele aanschaf van de woning met schuld hebben gefinancierd.
Huizeneigenaren met een onderwaarde kunnen vaak lastiger te verhuizen, wat niet alleen vervelend is voor sommige woningbezitters zelf, maar wat ook een rem zet op de doorstroming op de woningmarkt. Ook komt deze groep snel in de problemen als ze hun baan kwijtraken.
Onder babyboomers zoek je inmiddels bijna vergeefs weer naar huiseigenaren met een netto schuld. Deze groep is of schuldenvrij of heeft een overwaarde op de eigen woning.
Het aantal huizen onder water zal naar verwachting de komende jaren verder dalen. Niet alleen vanwege de gestegen huizenprijzen, maar ook omdat de overheid het bedrag dat je mag lenen voor een huis steeds verder naar beneden brengt.
Kon een huizenkoper vroeger met gemak 110 of zelfs 120 procent van de aanschafprijs van de woning lenen, dit jaar mag je 'slechts'103 procent van de aanschafprijs financieren. In 2018 staat deze zogenaamde loan-to-value-verhouding (ltv) op 100 procent.
Het naar beneden brengen van het bedrag dat je voor de aanschaf van een huis mag lenen, heeft waarschijnlijk tot gevolg dat ook onder jongere kopersgroepen het percentage dat kampt met een te hoge schuld ten opzichte van de hypotheek zal dalen.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl