De BRIC-landen bieden op lange termijn prima perspectieven voor beleggers met een sterke maag. Opvallend is wel dat vooral de Chinese beurs de afgelopen jaren niet bijster sterk was, schrijft ABN Amro’s Michael Nabarro.

De laatste tijd vaak worden we volop geconfronteerd met de problemen in zowel
Europa als de Verenigde Staten, maar tijdens beleggingspresentaties of
andere gelegenheden word ik ook vaak aangesproken over de zogenoemde ‘BRIC’
landen.

In de economie is BRIC een acroniem dat verwijst naar de landen Brazilië,
Rusland, India en China. Hoewel de samenstelling, met betrekking tot
BRIC-producten, kan verschillen, maak ik in deze column gebruik van
voornaamste beurzen in deze landen. Bijvoorbeeld in China kies ik voor de
beurs in Shanghai in plaats die van Hongkong. Dit maakt wel een verschil,
maar niet direct voor de conclusie.

Dit keer is het dus hoog tijd om eens een rondje langs deze markten te maken.
Dit natuurlijk vanuit technisch perspectief. Ik gebruik
langere-termijngrafieken op maandbasis om een wat ruimer perspectief te
krijgen.

Relatieve verschillen met AEX (in euro’s)

Om te beginnen zet ik deze indices in euro’s af tegen onze AEX vanaf 1 januari
2009. Dit om te kijken wat nu, na de 2008 crisis, de afgelopen jaren het
verschil is geweest.

Klik hier
voor de uitvergrote grafiek.

We zien in één oogopslag dat de AEX (zwarte lijn) het vanaf 1 januari 2009 het
slechtst heeft gedaan. Nog wel een plus, maar op China na (blauwe lijn),
zijn de verschillen behoorlijk groot. Met Rusland als grote uitschuiter
(groene lijn). Nogmaals, alle grafieken zijn in euro’s genoteerd, oftewel
gecorrigeerd voor het valutaverschil.

Voor de liefhebbers heb ik hieronder nog eens het verschil sinds 5 januari
2000 weergegeven. Beleggers die in 2002 of 2003 in deze landen zijn gaan
beleggen denken nog met weemoed terug aan die vijf fantastische jaren.

Klik hier
voor de uitvergrote grafiek

Alle ‘BRIC’-landen staan sinds 2000 in de plus, maar de AEX op een min van
circa 49 procent. Ik moet wel zeggen dat de volatiliteit af en toe extreme
vormen kan aannemen in opkomende landen, wat gevolgen heeft voor de
bijbehorende risico’s.

Maar als het over risico’s gaat, kunnen we hier in Europa ook een aardig
deuntje meezingen. Al met al voldoende reden om eens nader stil te staan bij
deze landen. De maandgrafieken hieronder zijn weer in lokale valuta.

Brazilië

Klik hier
voor de uitvergrote grafiek

We zien dat Brazilië vanaf eind 2002 een enorme groeispurt heeft gemaakt. Op
30 mei 2008 werd het hoogtepunt voor deze beurs rond de 74.000 punten
genoteerd. De crisis van 2008 zorgde voor meer dan een halvering in vijf
maanden. Echter, het herstel mocht er ook wezen. In 2010 en 2011 werden de
hoogtepunten van 2008 al weer bereikt.

Sindsdien beweegt de index wat op en neer zonder dat er duidelijk richting
wordt gekozen. Er is echter wel een proces van hogere bodems waarneembaar,
maar ook die van gelijke of licht lager toppen. Deze (stijgende)
driehoeksformatie zal een keer verlaten moeten worden.

Boven de weerstandszone 73000-74000 lijken we ons op te mogen maken voor
mogelijke verdere groeispurt van deze index. Onder de steunzone
48.000-52.220 vindt er vanuit de technische analyse een significante
verzwakking plaats. Dit zal waarschijnlijk verdere koersdalingen inluiden en
in dat geval lijkt deze index de mogelijke groei voorlopig in de ijskast te
moeten zetten.

Kortom; zolang de genoemde steunzone intact blijft, liggen de kansen richting
het Noorden. Voor een bevestiging zal men op een doorbraak van de
hoogtepunten uit 2008 dienen te wachten.

Rusland

Klik hier
voor de uitvergrote grafiek

De Russiche beurs laat een soortgelijk beeld zien, maar zijn alleen de
uistslagen forser. In de periode 2000-2007 is de stijging fenomenaal
geweest. Echter in de 2008 diende een belegger wel stalen zenuwen te hebben
om met een tussentiijdse dip van bijna 75 procent geen emontionele
beslissingen te maken.

Ook hier een sterk herstel en een waarneembare stijgende driehoek. Kortom;
zolang de 1.190-1.240 steunzone intact is, mag de langetermijnbelegger nog
steeds rekening houden met hogere koersen. De top op 1.640 punten dient wel
opwaarts te worden doorbroken om het momentum opwaarts weer op te starten.
Onder de genoemde steunzone dient rekening gehouden te worden met lagere
koersen.

India

Klik hier
voor de uitvergrote grafiek

De markt in India vertoont ook veel overeenkomsten met de vorige twee indices.
Echter, op dit moment staat de weerstand op 18.500 punten onder druk. Een
doorbraak brengt de hoogtepunten van 2008 op 21.200 punten weer in beeld.
Deze grafiek geeft goed aan dat bij 15.000 punten de grond stevig is
aangestampt. Indien dit niveau wordt gekraakt, lijken er serieuze problemen
voor deze index te ontstaan en mag er rekening gehouden worden met fors
lagere koersen.

Kortom, de markt in India neemt het initiatief en lijkt op weg naar de 21.200
punten en mogelijk meer. Voorwaarde is wel dat de 18.500 punten significant
achter ons wordt gelaten.

China

Klik hier
voor de uitvergrote grafiek

De zwakste broeder van de vier Brics iq opvallend genoeg de Shanghai
Composite-Index. Na de fenomenale stijging gedurende 2006 en 2007 kreeg deze
index ook een forse koersdaling te verwerken. Echter, deze Chinese Index
haakte gedurende het herstel eind 2009 af, in vergelijking tot de drie eerde
genoemde landen.

Deze index is bijlange niet meer in de buurt van zijn hoogtepunten in 2007
gekomen. Sterker nog, deze index laat, na de korte opleving gedurende eind
2008 en 2009, een proces van lagere toppen en bodems zien. Oftewel een
dalende trend. Kortom: op 2009 na is beleggen in deze index niet echt een
succes geweest.

BRICs blijven interessant

Ik wil beginnen om aan te geven dat mijn conclusie op indexniveau is. Dit
omdat individuele aandelen in deze landen een ander koersverloop kunnen
hebben dan de indices. Er zijn altijd individuele pareltjes of tegenvallers.

Beleggen in ‘BRIC’ landen blijf ik erg interessant en aantrekkelijk vinden.
Niet alleen de betere performance maar ook de spreiding en bijbehorende
risicoreductie zorgen zijn interessant. De veerkracht van Brazilië, Rusland
en India is indrukwekkend en de grafieken geven redenen optimsime op de
langere termijn. En dan vooral die van India en Brazilië.

Bovendien mogen we toch aannemen dat al deze landen uiteindelijk een
vooraanstaande rol in de ontwikkeling van de wereldeconomie gaan spelen -
voor zover zet het al niet doen - met alle gevolgen van dien.

Vóór 2009 was het wat betreft de vier BRIC-landen nog redelijk samen uit en
samen thuis. Sindsdien zien we wel dat de markt in China een ander pad
kiest, maar nog wel in euro’s een betere performance dan de AEX laat zien.

Hoewel ik denk dat China er uiteindelijk wel weer bovenop komt, is er op dit
moment vanuit technisch perspectief geen reden voor al te veel enthousiasme.
De andere drie landen geven voldoende reden om ze goed in de gaten houden,
waarbij India als eerste het vervolg naar boven probeert in te zetten.

Blijf als belegger deze landen volgen. Zolang je maar niet begonnen was met
beleggen in 2007 of 2008 hebben vooral de ‘BRI’ landen (op indexniveau) een
prima resultaat opgeleverd. Een sterke maag is wel gewenst!!

Michael Nabarro is Investment Manager, Private Trading bij ABN Amro
MeesPierson Private Banking . Michael’s financiële carrière begon in 1989 en
sindsdien is hij actief betrokken bij het adviseren van particuliere en
professionele relaties, voornamelijk partijen met een actieve
beleggingsstijl. Deze column is niet bedoeld als individueel advies tot het
doen van beleggingen. Voor meer informatie zie: Technische
Analyse bij ABN Amro
.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl