Behalve de extra miljarden voor Griekenland, namen de Europese leiders vorige
week donderdag ook een ander belangrijk besluit. De European Financial
Stability Facility
(EFSF) krijgt er taken bij. Het noodfonds voor de
euro mag straks in een vroeg stadium landen te hulp schieten, het mag banken
redden en speculanten bevechten op de obligatiemarkt.

Daarmee begint het noodfonds al meer trekken te krijgen van een soort Europees
Monetair Fonds, een lokaal zusje van het IMF. Maar de EFSF is heel anders
georganiseerd dan het IMF. Opvallend genoeg is het noodfonds eerder
gemodelleerd naar het voorbeeld van de Wall Street-banken van voor de
kredietcrisis.

Dezelfde type trucs waarmee die banken het financieel stelsel aan de rand van
de afgrond brachten, worden nu ingezet om instorten van het eurogebied te
voorkomen. Deze ‘ financieel weapons of mass destruction‘, zoals
belegger Warren Buffet de financiele tovenarij ooit noemde, moeten de euro
redden. Van zwaarden tot ploegscharen.

Off-balance SPV
Het noodfonds is een Special Purpose Vehicle (SPV), een apart
financieel bedrijfje waarin leningen worden ondergebracht. Het voordeel van
een SPV is dat het niet op de balans van het moederbedrijf (of in dit geval
moederlanden) staat.

Het was voor de kredietcrisis de geëigende manier waarop banken hun risico’s
verstopten en de balans oppoetsten. Alle rotzooi ging in een SPV, uit het
zicht van aandeelhouder en toezichthouder. De verliezen konden zo lang
worden verstopt.

Zo werkt het ook met de EFSF. Als overheden direct geld aan slechte eurolanden
zouden lenen, dan zou dat op hun eigen begroting en schuld drukken. Door een
' off-balance SPV' te creëren, die zelfstandig geld leent op basis
van garanties van de eurolanden, lijkt het alsof het die landen geen cent
kost.

Om de gelijkenis compleet te maken, werd de EFSF gevestigd in
belastingparadijs Luxemburg, aan de Avenue J.F. Kennedy, tussen de bankkantoren
van zo ongeveer iedere zichzelf respecterende bank van de wereld.

Overigens is de opzet van de Europese politici om de schuldproblemen van hun
balans te houden maar ten dele gelukt. Kort na de oprichting van het
noodfonds, besloot Eurostat dat eurolanden hun garanties aan het fonds toch
bij de bruto staatsschuld moeten optellen. Dat was een tegenvaller.

De ministers van Finacnien deden een tegenzet: de garanties komen bij de
officiële staatsschuld, maar bij het bepalen of de schuld van een euroland
te hoog is, en het Stabiliteitspact wordt overtreden, trekken ze dat deel er
toch weer af. Zo verdween het EFSF toch weer uit
de boeken
.

Geconstrueerde tripple A
Om goedkoop te kunnen lenen op de kapitaalmarkt, moet de EFSF een zo hoog
mogelijke kredietbeoordeling hebben. Met een AAA-rating van alle grote
kredietbeoordelaars, is de rente lekker laag en de slagkracht van het
noodfonds groot.

Hoe krijg je zo'n tripple A? Door net zo lang extra geld en garanties in het
noodfonds te schuiven, totdat S&P, Moody's en Fitch zeggen: zo is het
goed.

Zo deden de de banken het voor de kredietcrisis ook. Ze schoven met
kredietwaardige en minder kredietwaardige hypotheken, kochten er als
garantie een paar kredietverzekeringen bij, totdat het pakket hypotheken
precies de gewenste kredietbeoordeling kreeg.

De EFSF werd opgetuigd met allerlei 'credit enhancements' waaronder 20 procent
extra gegarandeerd kapitaal, een kleine kasreserve en andere extraatjes.
Onlangs besloten de Europese ministers om het vanaf eind 2011 simpeler te
doen. Het noodfonds krijgt de tripple A door voor 780 miljard euro aan
garanties te leggen onder een leencapaciteit van 440 miljard. Met zo'n
'overgarantie' van 165% gaan alle kredietbeoordelaars om.

Opgebakken rotzooi
Het noodfonds kan toveren: het verandert waardeloze Ierse, Portugese en
Griekse leningen in goudgerande AAA-obligaties. Net zoals de Amerikaanse
banken laagwaardige subprime-hypotheken wisten op te bakken tot
investeerbare hypotheekobligaties.

Gelukkig gebruikt het noodfonds wel een andere techniek. De banken maakten
vormden de hypotheken om in ' collateralized debt obligations'
(cdo's), met verschillende traches. Wie daarvan de duurste, meest
kredietwaardige tranche koopt, krijgt als eerste z'n geld (met rente) terug.
Wie een goedkope tranche koopt, staat achteraan.

Het noodfonds is geen cdo, want alle schuldeisers zijn gelijk. Dat men toch
slechte schuld in goede schuld kan omtoveren, komt door de enorme garantie
van de eurolanden die onder de EFSF-obligaties ligt.

Draagvlak
Is het erg dat het noodfonds deze Wall Street trucs gebruikt? Ik denk het
niet. Zonder het rookgordijn van de SPV en de 'gratis' garanties, zou het
moeilijker zijn geweest om politiek draagvlak te krijgen voor de
reddingsoperatie.

Maar erg transparant is het allemaal niet. Wie precies wil weten hoeveel
Nederland nou kwijt is aan de redding van de euro, verdwaalt in het
spiegelhuis van de EFSF.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl