Lijsttrekker Marianne Thieme van de Partij voor de Dieren ziet een sleutelrol voor haar partij bij de komende kabinetsformatie.

Omdat de meeste partijen niet willen regeren met de PVV van Geert Wilders, zal er vooral naar de partijen die links van het midden staan moeten worden gekeken, concludeert Thieme in gesprek met Business Insider.

“We houden in de Tweede Kamer misschien 120, 130 zetels over die niet van de PVV zijn. Rechts kan dan heel moeilijk een meerderheid vormen. Dan is de kans reëel dat we naar de progressieve partijen moeten kijken voor een meerderheid”, aldus Thieme. “4 tot 6 zetels van de Partij voor de Dieren kunnen dan een scharnierpunt zijn voor een nieuwe coalitie.”

Mogelijkheden ziet Thieme in ieder geval zeker:

“Kijk, wij zullen niet in de positie zijn om de gesprekken te beginnen. Wij zijn niet de initiator. Maar als ze dan naar ons toekomen, dan hebben wij heel veel punten die voor veel partijen geen breekpunt zijn. Denk aan het beëindigen van de jacht en dierproeven. Voor veel partijen is dat helemaal niet belangrijk.”

Het verkiezingsprogramma van de Partij voor de Dieren beschikt wel over veel idealistische punten die niet van de ene op de andere dag gerealiseerd kunnen worden, erkent Thieme. De partij is dan ook zeker bereid compromissen te sluiten op het gebied van de fasering van die plannen, bijvoorbeeld over de afschaffing van de bio-industrie.

De onmiddellijke afschaffing van de bio-industrie is dus geen breekpunt voor Thieme, zolang er maar flinke stappen worden gemaakt die richting op. Wel heeft de Partij voor de Dieren een aantal eisen: “Wij weigeren in een regering te gaan zitten waar de zwakkeren in de samenleving de dupe worden van de plannen. Als we het afschaffen van de bio-industrie moeten inruilen voor, laten we zeggen, bezuinigingen op jeugdzorg, daar gaan we dus niet aan beginnen.”