Het CNV maakte maandag een bescheiden looneis bekend. Eerder riep Maria van
der Hoeven al op tot loonmatiging. CPB-baas Coen Teulings zei onlangs echter
dat de koopkracht in 2009 "gelukkig" op peil blijft.
Een argument vóór loonmatiging is dat het goed is voor de export van een land.
Zijn de loonkosten in een land lager dan elders, dan kunnen bedrijven
goedkoper produceren. De vraag is echter of deze vlieger momenteel op gaat.
Het is namelijk niet zo dat Nederland zichzelf uit de markt geprijsd heeft
en het in andere landen wel goed gaat. Er wordt overal weinig gekocht.
Andere argumenten voor loonmatiging zijn dat het de werkgelegenheid bevordert,
een loonprijsspiraal kan voorkomen en het leidt tot lagere
overheidsuitgaven.
Bevorderen werkgelegenheid
Loonmatiging bevordert de werkgelegenheid als je ervan uit gaat dat het
werkloosheid voorkomt. Hoogleraar arbeidsverhoudingen Paul de Beer liet in
2003 in zijn oratie echter al zien hoe fragiel baanzekerheid is als er
economische tegenwind opsteekt. Dit komt volgens hem doordat het poldermodel
een ‘remweg’ heeft van twee a drie jaar.
De Beer schreef: "Als de economie inzakt duurt het ongeveer een jaar
voordat dit zichtbaar wordt in een verslechterde arbeidsmarktsituatie.
Vervolgens duurt het twee jaar voordat de lonen worden gematigd en dat werkt
met nog een jaar vertraging door in de werkgelegenheid. Intussen is de
werkloosheid dan al opgelopen."
Volgens De Beer zou het dus beter zijn als de lonen sneller op de economische
situatie zouden reageren, bijvoorbeeld door ze te koppelen aan de omzet of
de winst van een bedrijf.
Ontstaan loonprijsspiraal
Een loonprijsspiraal treedt op als de lonen en de prijzen elkaar om beurten
opdrijven. Doordat de prijzen stijgen, willen werknemers meer loon, wat weer
wordt doorberekend in hogere prijzen en zo begint het riedeltje opnieuw.
Gelukkig lijkt het erop dat we hier niet bang voor hoeven te zijn. Het
Centraal Planbureau heeft zijn inflatieverwachting voor volgend jaar juist
naar beneden bijgesteld.
Matiging zorgt ook voor lagere overheidsuitgaven. Als de lonen minder hard
stijgen, is de overheid minder geld kwijt aan ambtenarensalarissen. Goed,
dit zou fijn kunnen zijn, aangezien de Nederlandse overheid net een paar
banken heeft aangekocht.
Vermindering koopkracht
Dan de argumenten tegen. Als eerste wat Teulings aanvoerde: wanneer de lonen
dalen of minder hard stijgen, vermindert ook de koopkracht van werknemers.
Dat is slecht voor de economie.
Daarnaast zou het goedkoper worden van arbeid, bedrijven ervan kunnen
weerhouden slimmer te gaan werken. Kunnen ondernemingen kiezen tussen het
inzetten van relatief goedkoop personeel en dure investeringen in
innovaties, dan kiezen ze waarschijnlijk het eerste.
Innovatieve bedrijven
In het verlengde van het vorige argument kun je nog naar voren brengen, dat
kunstmatig lage loonkosten ervoor zorgen dat maar weinig innovatieve
bedrijven hier het hoofd boven water houden. Dat is slecht voor de
concurrentiepositie van Nederland als geheel.
Als hoog opgeleide kenniswerkers bovendien in de gaten krijgen dat ze over de
grens meer kunnen verdienen, kan dit er voor zorgen dat zij hun biezen
pakken en naar het buitenland vertrekken. Ook dit komt de
concurrentiepositie van Nederland niet ten goede.
Al met al momenteel dus meer steekhoudende argumenten tegen loonmatiging, dan
voor.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl