De loonstijging in cao-afspraken was in december hoger dan ooit. Volgens cijfers van werkgeversorganisatie AWVN bedroeg de gemiddelde afgesproken loonstijging vorige maand 3,1 procent. De in december gemaakte loonafspraken duiden mogelijk op een hervatting van de stijgende trend van de afgelopen twee jaar na een afvlakking in oktober en november, aldus AWVN.

In december werden 23 nieuwe cao-akkoorden afgesloten, wat minder is dan in dezelfde maand in andere jaren. Volgens AWVN kan dit duiden op onderhandelingen die moeizamer verlopen dan normaal. De oorzaak voor stroeve onderhandelingen en focus op loon is de loonwens van de vakbonden, in het bijzonder de eis van 5 procent van FNV die door werkgevers als te hoog wordt gezien, schrijft de vereniging.

Over heel 2019 gingen de lonen in cao-afspraken met gemiddeld 2,79 procent omhoog. Het aantal aflopende cao’s lag vorig jaar op 440, voor 3,1 miljoen werknemers. Het aantal vernieuwde cao’s kwam uit op 318, voor 2,6 miljoen werknemers.

Inflatie op hoogste niveau in 17 jaar

De gemiddelde stijging van consumentenprijzen lag afgelopen jaar op het hoogste niveau in 17 jaar, maakt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) vorige week bekend. De inflatie kwam voor heel 2019 op 2,6 procent. Ook de lonen gingen afgelopen jaar hard omhoog in Nederland, maar prijzen van goederen en diensten stegen nog iets harder, waardoor het extra loon in veel gevallen niet méér koopkracht oplevert.

In sommige sectoren gaat het echter zo hard met de loonstijging, dat de die de inflatie wel overtreft. Kijk je op sectorniveau, dan zijn er op basis van de voorlopige cijfers van het CBS vijf sectoren waar de lonen met méér dan 2,6 procent zijn gestegen in 2019.

Sterkste stijgers zijn de horeca en de waterbedrijven/afvalbeheerders. Daar bedraagt de loonstijging ongeveer 3,1 procent. Bij het openbaar bestuur en overheidsdiensten gingen de lonen in 2019 met 2,8 procent omhoog, terwijl de vastgoedsector en de zorg een plus van 2,8 procent zagen.

LEES OOK: Loonstijging in cao’s gaat naar 3%, maar door de torenhoge inflatie levert dat in koopkracht nauwelijks iets op