In een petrischaaltje werd hij maandag gepresenteerd in een studio in Londen: een hamburger van vlees dat is gekweekt in een Maastrichts laboratorium.

In wat boter en zonnebloemolie werd de veelbesproken burger gebakken. Hij werd geproefd door een Amerikaanse journalist Josh Schonwald en een Oostenrijkse voedselwetenschapper, Hanni Rützler.

“Ik had verwacht dat de textuur zachter zou zijn. Hij was nogal stevig. Er zit wel wat smaak aan door het bakken. Er zit geen vet in, dus hij is niet zo sappig, maar het zit wel dicht bij vlees qua smaak. Ik mis wel zout en peper”, evalueerde onderzoekster Rützler.

“We weten dat de smaak van vlees vooral van vet komt en de sappigheid van de hamburger ook”, antwoordde Post hierop. “We werken er de komende maanden aan.”

Journalist Schonwald vond de textuur aanvoelen als een conventionele hamburger. “Maar ik vind het moeilijk vergelijken, want ik heb de laatste 20 jaar niet vaak een hamburger gegeten zonder ui of ketchup”, voegde hij daaraan toe.

Het stukje vlees is gemaakt van 20.000 minuscule stukjes weefsel die de Maastrichtse hoogleraar vasculaire fysiologie Mark Post heeft opgekweekt in zijn laboratorium. Het vlees is gekweekt uit stamcellen van een koe.

Als de hamburger straks in de winkel ligt, kost hij evenveel als een echt stukje vlees of is hij zelfs goedkoper, beweert de hoogleraar. Maar het stukje kweekvlees dat maandag in de pan lag, kost vele malen meer dan een stukje in de supermarkt. Post maakte maandag bekend dat mede-Google-oprichter Sergey Brin al 700.000 euro geïnvesteerd heeft in het project.

Critici vragen zich af of het vlees wel veilig is, maar volgens Post is er "geen reden om te denken dat het onveilig is". "Ik zou er geen probleem mee hebben als mijn kinderen het zouden eten", zei hij tijdens de presentatie. Hij zei zelfs dat zijn kinderen jaloers waren dat de twee journalisten het al mochten proeven voor hen.