Het wordt voor jongeren die van plan zijn om rechten te gaan studeren, een stuk moeilijker om daadwerkelijk advocaat te worden.
Er komt onder druk van advocatenkantoren op de Zuidas een extra kennistoets voordat afgestudeerde rechtenstudenten aan de opleiding voor advocaat-stagairs worden toegelaten, als het aan de Orde van Advocaten (Nova) ligt, zo meldt het FD.
De krant suggereert dat de nieuwe toets een knieval is voor de topkantoren. Die zouden het ‘lage niveau’ van gemiddelde rechtenstudenten zat zijn.
Topadvocaten verzetten zich tegen zesjescultuur bij rechtenstudent
De kantoren op de Zuidas proberen al de grootste talenten uit de jonge advocaten te selecteren, maar zijn nog steeds niet erg te spreken over het gemiddelde niveau van de studenten. De net afgestudeerde rechtenstudenten zouden nog veel bijscholing nodig hebben.
Daarom moet er een kennistoets komen voor aanstaande advocaten – een vorm van selectie aan de poort – vóórdat afgestudeerde juristen aan de beroepsopleiding voor advocaten beginnen. Hiermee zou het niveau van de beroepsopleiding omhoog gekrikt kunnen worden.
Maar mogelijk heeft dit weer als gevolg dat studenten die helemaal niet de ambitie hebben om op een kantoor op de Zuidas te werken, ook met de hoge drempel te maken krijgen.
Universiteiten zijn dan ook helemaal niet blij met de toets. Zij erkennen dat er een groot verschil in niveau bestaat tussen individuele rechtenstudenten, maar wijzen ook naar het beleid van de advocatenkantoren.
"Het komt voor dat advocaten afgestudeerd zijn in de richting bestuursrecht, maar door kantoren worden ingezet in de civiele praktijk", verklaart Ton Hol, decaan op de Universiteit Utrecht en voorzitter van de Raad van Decanen Rechtsgeleerdheid in het FD. "Dan is het niet gek dat je op dat vlak een kennisachterstand hebt."
