Oliemaatschappij BP heeft een juridische overwinning behaald in een lopende zaak over het uitbetalen van schadevergoedingen als gevolg van de olieramp in de Golf van Mexico in 2010.
Een rechter in New Orleans heeft voorlopig alle betalingen onder een bepaalde overeenkomst stopgezet in afwachting van nader onderzoek. Dat werd donderdagochtend bekend, schrijft de krant Financial Times.
Volgens BP schoten de schadevergoedingen onterecht vele malen omhoog, omdat de door een rechter benoemde beheerder van het vergoedingsprogramma een foutieve methode hanteerde voor de berekening van de mogelijke schade die bedrijven hebben gelopen. Ook ondernemingen die niets met de olieramp te maken hadden, kregen zo recht op geld van BP.
De rechter heeft nu bepaald dat betalingen aan bedrijven die geen verlies als gevolg van de schade hebben geleden, moeten worden stopgezet. Daarnaast moet de hele overeenkomst voor schadebetalingen tegen het licht worden gehouden.
Deepwater Horizon
Door een explosie op het boorplatform Deepwater Horizon in de Golf van Mexico kwamen 11 werknemers om en stroomden honderden miljoenen liters olie de zee in. Het was de grootste olieramp in de Amerikaanse geschiedenis. Exploitant BP heeft miljarden opzij moeten zetten in een speciaal fonds om de gedupeerden schadeloos te stellen.
Oorspronkelijk werden de kosten die BP aan compensatiebetalingen kwijt zou zijn, geschat op 7,8 miljard dollar. Recentelijk liepen de schattingen op tot boven de 15 miljard dollar.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl