De Borgstellingsregeling voor bankleningen aan het Midden- en Kleinbedrijf is
bedoeld om banken een extra zetje te geven bij de financiering kleinere
ondernemers. Het gaat daarbij vaak om bedrijven die weliswaar goede
toekomstperspectieven hebben, maar te weinig zekerheden kunnen bieden. Door
als overheid garanties te bieden aan banken, kunnen die net iets soepeler
zijn bij de kredietverlening.
Sinds het begin van de kredietcrisis hebben banken echter steeds vaker
aangeklopt bij de overheid om compensatie te krijgen voor daadwerkelijke
verliezen op MKB-leningen. De kosten van kredietgaranties zijn voor de
overheid opgelopen van 3,5 miljoen euro in 2008 naar 40,9 miljoen euro in
2011.
Oplopend verlies
Voor 2012 had Minister Verhagen van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie
(EL&I) eerder rekening gehouden met een verlies van 73 miljoen euro.
Vanwege oplopende verliezen wordt dit bedrag voor Prinsjesdag waarschijnlijk
nog naar boven bijgesteld, zo meldt Het
Financieele Dagblad maandag
In 1993 en 1994 kwamen de verliezen op overheidsgaranties voor MKB-leningen
voor het laatst in de buurt van deze bedragen, toen er in twee opvolgende
jaren ongeveer 20 miljoen euro moest worden uitgegeven aan de regeling.
Het Ministerie noemt de regeling in het FD voor ondernemers ‘belangrijk
tijdens deze crisisperiode’. Ook de Rabobank en ING laten zich in de
zakenkrant positief uit over de MKB-garantie. Een woordvoerder van
MKB-Nederland wil ondanks de opgelopen kosten dat de overheid meer gaat
investeren in de regeling.
Lees ook:
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl