ANALYSE – Door de oorlog in Oekraïne die de Russische president Vladimir Poetin is begonnen, staat het wereldwijde nucleaire evenwicht onder druk. Mogelijk zal het aantal landen met kernwapens toenemen als gevolg van het conflict.

Volgens het Britse weekblad The Economist zullen kwetsbare landen die zien wat er met Oekraïne gebeurt, het gevoel hebben gekregen dat het zelf bezitten van kernwapens de beste bescherming biedt tegen een agressieve kernmacht. En landen die al kernwapens hebben zullen het idee hebben dat ze wat kunnen winnen door de tactieken van Poetin te kopiëren.

Dat Rusland zonder militaire tegenreactie uit het buitenland een buurland heeft kunnen binnenvallen, heeft alles te maken met het feit dat het een kernmacht is. Tegelijkertijd zou een inval veel onwaarschijnlijker zijn geweest als Oekraïne nog zelf kernwapens zou hebben gehad.

En die had Oekraïne wrang genoeg nog wel toen de Sovjet-Unie begin jaren negentig uit elkaar viel, maar de nieuwe onafhankelijke staat droeg die over aan Rusland in ruil voor internationale veiligheidsgaranties.

Een Russische presentator dreigde het Verenigd Koninkrijk begin mei op televisie nog met een kernoorlog. “Eén lancering, Boris, en Engeland is weg. Voor altijd. Dus waarom speel je spelletjes met ons?”, zei Dmitri Kiselyov bij het tonen van een computersimulatie van een nucleaire aanval.

De nucleaire dreiging neemt toe

Momenteel hebben naast de VS en Rusland ook China, Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk, Pakistan, India, Israël en Noord-Korea kernwapens.

Zelfs al voor de oorlog in Oekraïne nam de nucleaire dreiging toe. Zo heeft Noord-Korea inmiddels tientallen kernkoppen, heeft Iran genoeg uranium verrijkt om een kernbom te kunnen maken, breidt Pakistan zijn arsenaal uit en moderniseert China zijn nucleaire middelen.

De oorlog geeft kwetsbare landen mogelijk een extra reden om een kernmacht te worden. Zo zal Iran denken dat het weinig te winnen heeft met het opgeven van zijn nucleaire ambities. En hoe zullen Saoedi-Arabië en Turkije reageren als Iran een bom test, zo vraagt The Economist zich af.

Ook Zuid-Korea en Japan hebben genoeg kennis in huis om zichzelf te bewapenen met kernwapens en zullen minder vertrouwen hebben in toezeggingen van het Westen om hen te beschermen in een steeds gevaarlijker wordende wereld.

“Hoe meer landen dreigen een kernwapen te ontwikkelen of te gebruiken, hoe groter het nucleaire risico", zegt directeur Kelsey Davenport van de Arms Control Association tegen Grid. "Deels ook vanwege de grotere kans op vergissingen."

Volgens Davenport is het heel waarschijnlijk dat meer landen de mogelijkheid om snel een bom te maken zullen ontwikkelen, zonder de rode lijn van dat daadwerkelijk doen te overschrijden. Ze hebben daarmee een verzekeringspolis op zak voor het geval hun bondgenoten hun veiligheidsgaranties niet waarmaken. Vaak worden Duitsland en Japan gezien als voorbeelden van landen die inzetten op deze strategie.

De beperkte waarde van verdragen

Middelgrote landen die geen deel uitmaken van grotere bondgenootschappen zoals de NAVO kunnen drie lessen leren, stellen twee analisten in Foreign Policy.

Ten eerste is het goed om nucleaire wapens te hebben. Ten tweede is het een slecht idee om je wapens weg te geven, zoals Oekraïne heeft gedaan. En ten derde heeft het weinig zin om te vertrouwen op verdragen, memoranda, veiligheidsgaranties en andere verklaringen, zelfs als die volledig zijn geratificeerd, bindend zijn en worden gesteund door de machtigste landen ter wereld.

Daarmee kunnen de gevolgen van de oorlog die Poetin is begonnen nog wel eens nog veel rampzaliger zijn dan het enorme verlies aan mensenlevens en de verwoestingen die we nu zien in Oekraïne.

LEES OOK: Rusland probeert Finland en Zweden weg te houden bij de NAVO door te dreigen om kernwapens in het Oostzeegebied te stationeren – maar die zijn er al