Demissionair minister Mona Keijzer heeft stevige kritiek geuit op de illegale onderverhuur van sociale huurwoningen.

Aanleiding is recent onderzoek van het AD waaruit blijkt dat tientallen statushouders hun sociale huurwoning via sociale media aanbieden voor forse bedragen.

Keijzer reageert fel: “Er is woningnood. Mensen wachten gemiddeld tien jaar op een sociale huurwoning. En als jij dan de gelukkige bent, dan bestaat het niet dat je dat huis vervolgens doorverhuurt aan een ander en het geld in je eigen zak stopt.”

Ze roept woningcorporaties op om actiever op te treden tegen deze vorm van woonfraude door inspecties uit te voeren en sancties op te leggen.

Woningcorporatie Havensteder uit Rotterdam schat overigens in dat tot 10 procent van haar hele woningvoorraad te maken heeft met onrechtmatige onderverhuur, het is dus een probleem dat breed speelt.

Hoge maatschappelijke en morele prijs

Volgens Keijzer is het extra schrijnend dat de onderverhuur plaatsvindt terwijl de huur van sociale woningen deels gefinancierd wordt met belastinggeld. Ze stelt: “Dat is belastinggeld van ons allemaal. Het kan echt niet dat je daar dan als huurder een financieel slaatje uit slaat.”

Hoewel corporaties erkennen dat illegale onderverhuur een breder probleem is, schatten zij dat bij ongeveer 10 procent van de huurwoningen sprake is van onderhuur. Keijzer vindt dat onacceptabel hoog en benadrukt dat onderhuur niet alleen juridisch verboden is, maar ook moreel niet te verantwoorden.

“Als jij die woning niet voor jezelf nodig hebt, dan moet je hem ook niet nemen om geld mee te verdienen.”

Einde aan voorrang voor statushouders in zicht

Om misbruik te beperken werkt Keijzer aan een wetsvoorstel dat de voorrang voor statushouders bij sociale huur afschaft.

Nog los van de woonfraude is het volgens Keijzer met de huidige woningnood niet meer uit te leggen dat de gemiddelde wachttijd voor een sociale huurwoning tien jaar is en dat mensen die hier een asielstatus krijgen 'zo hup' de hele wachtrij inhalen.

Volgens Keijzer moeten statushouders, net als andere woningzoekenden, tijdelijk bij familie wonen of gebruikmaken van flexwoningen. Ze wijst op meerdere financiële regelingen die gemeenten kunnen benutten voor tijdelijke huisvesting en benadrukt dat iedereen, inclusief statushouders en Oekraïense vluchtelingen, huur zou moeten betalen.

LEES OOK: Adviesgroep pleit voor snellere procedures en minder regeldruk bij woningbouw