Afgelopen week werd bekend dat veel gemeenten de WOZ-waarde van winkelpanden plotseling met tientallen procenten hebben verhoogd. Het kan lonend zijn om hiertegen bezwaar te maken. Maar hoe pak je dat het beste aan?

WOZ staat voor de Wet waardering Onroerende Zaken. In deze wet is geregeld dat
en hoe gemeenten de waarde van onroerende zaken, zoals winkelpanden, moeten
bepalen.

De taxaties vinden plaats omdat aan de hand van de vastgestelde waarde de
hoogte van de onroerendezaaksbelasting, waterschapsbelasting en het
eigenwoningenforfait worden bepaald. Hoe lager de WOZ-waarde, hoe lager de
belasting is die je moet betalen.

De WOZ-waarde wordt jaarlijks vastgesteld en automatisch toegezonden. We
noemen dit een beschikking. Voordat de beschikking wordt afgegeven, taxeert
de gemeente het winkelpand.

Voor het maken van bezwaar is het van groot belang dat je over dat
taxatieverslag beschikt. Vaak is het verslag van aan de beschikking gehecht.
Als dat niet zo is, kun je het bij de gemeente opvragen. Dat kan in vrijwel
iedere gemeente via de officiële website.

De WOZ-waarde wordt vrijwel altijd vastgesteld aan de hand van de
verkoopprijzen van winkelpanden in de directe omgeving. Het gaat dan om
winkels die volgens de gemeente vergelijkbaar zijn.

Maar het is mogelijk dat die referentiepanden helemaal niet (goed)
vergelijkbaar blijken te zijn, bijvoorbeeld omdat de staat van onderhoud erg
verschillend is, de inrichting en omvang van de panden niet op elkaar lijken
en/of de ligging van het ene pand veel gunstiger is dan bij het andere pand.

Als je meer wilt weten over de prijzen van winkelpanden in de buurt, dan kan
dat via het Kadaster.

Alhoewel het volgens vaste rechtspraak aan de gemeente is om te bewijzen dat
hij de waarde niet te hoog heeft vastgesteld, is het verstandig om een
contra-expertise van een beëdigd makelaar aan het bezwaarschrift toe te
voegen. Vraag dan om een WOZ-taxatie.

Bezwaar maken heeft overigens geen zin wanneer het bedrag waarmee de
WOZ-waarde verlaagd zou moeten worden, lager is dan de wettelijke bezwaardrempel.
Let er verder op dat als de beschikking is gewezen, het bezwaarschrift
binnen zes weken moet zijn ingediend.

Als je het niet eens bent met de uitspraak van de gemeente over het
bezwaarschrift, dan kun je daarvan in beroep gaan bij de sector
bestuursrecht van de rechtbank.

De wet stelt een aantal eisen aan de inhoud van een bezwaarschrift. Het is dan
ook verstandig de hulp van een vastgoedprofessional in te schakelen.

Met dank aan mr. Mark van Weeren, Blenheim Advocaten

Thomas van Vugt is advocaat bij AMS Advocaten waar hij zich onder meer bezig houdt met ondernemingsrecht en huurrecht.

Heb jij een vraag over geld of ondernemen? Stel hem op Z24
Antwoord
. Je krijgt automatisch bericht als iemand je vraag beantwoord
heeft.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl