- Door het woningtekort belanden jongeren steeds vaker op de particuliere huurmarkt, waar de prijzen harder zijn gestegen dan die van gereguleerde huurwoningen.
- Ze zijn een steeds groter deel van hun inkomen kwijt aan huur, in 2024 ging het om gemiddeld 46 procent, tegen 36 procent in 2015, blijkt uit onderzoek van ING Research.
- Een derde van het inkomen aan woonlasten wordt vaak als acceptabele norm gezien.
- Lees ook: : Huurprijzen vrije markt stijgen bijna 10% in eerste kwartaal, harder dan de inflatie
Jongeren zijn de afgelopen jaren steeds vaker in een private huurwoning gaan wonen en zien een groter deel van hun inkomen opgaan aan de huur. Dat komt doordat een sociale huurwoning of koopwoning vinden voor hen steeds moeilijker is geworden door het huizentekort. Ook zijn de huren op de private markt harder gestegen dan de inkomens van jongeren, meldt ING na onderzoek.
Jongeren tot 34 jaar in een private huurwoning betaalden in 2024 gemiddeld 46 procent van hun inkomen aan wonen, zo’n 1185 euro per maand. Dat is volgens de bank een “flinke toename” vergeleken met 2015, toen bij jongeren nog 39 procent van hun inkomen opging aan wonen.
Woonlasten die een derde van het inkomen beslaan, wordt vaak als acceptabele norm gezien, maar budgetsvoorlichtingsinstantie Nibud geeft aan dat dit van veel factoren afhankelijk is. Als we het bedrag van 1185 euro invoeren in de huurwijzertool van Nibud, dan geeft deze aan dat deze huur met moeite op te brengen is.
Hierbij zijn we uitgegaan van een 33-jarige met een brutoinkomen van 43.000 euro per jaar, die een appartement met energielabel C huurt en verder geen schulden heeft.
Jongeren in sociale huurwoning waren gemiddeld €680 kwijt
Jongeren in een sociale huurwoning waren vorig jaar gemiddeld 680 euro kwijt aan woonlasten, 31 procent van hun inkomen. Dat is juist minder dan in 2015, toen was dat nog 36 procent. Leeftijdsgenoten met een koophuis waren het kleinste deel kwijt aan wonen, 28 procent van hun inkomsten.
Vorig jaar woonde 38 procent van de op zichzelf wonende jongeren in een private huurwoning, tegen bijna een kwart negen jaar eerder. Ze zijn volgens ING minder vaak in een sociale huurwoning of koophuis gaan wonen. Bijna een kwart woonde in 2024 in een sociale huurwoning en 37 procent had een koophuis.
De concurrentie in de sociale sector is flink toegenomen, terwijl er fors meer private huurhuizen bijkwamen. Makelaarsvereniging NVM meldde eerder echter dat veel verhuurders sinds vorig jaar hun huurwoning verkopen als de huurders weg zijn.
Verder constateert ING dat ruim zeven op de tien jongeren in een private huurwoning willen verhuizen. Mogelijk omdat zij bijna de helft van hun inkomen kwijt zijn aan wonen, denkt ING.