Een bonte verzameling van lobbygroepen ageerde
donderdag
nog eens fel tegen het plan uit het Lente-Akkoord om de
onbelaste reiskostenvergoeding voor woon-werkverkeer af te schaffen.

Auto-organisaties ANWB, Bovag, Rai en VNA (leasebedrijven), treinclub Rover en
de NS, vakbonden CNV, FNV, MHP en werkgeversorganisaties MKB Nederland en
VNO-NCW waren eensgezind: weg met de forensentaks.

“Het doorgaan van dit wetsvoorstel zou leiden tot ingrijpende negatieve
effecten voor de koopkracht, de arbeidsdeelname, de arbeidsmobiliteit en
veroorzaakt extra administratieve lasten”, aldus de organisaties in een
oproep aan informateurs Wouter Bos (PvdA) en Henk Kamp (VVD) om de onbelaste
reiskostenvergoeding in stand te houden.

Een serieus tegenvoorstel over hoe het gat in de rijksbegroting dan wel gedekt
moet worden, hadden de lobbyclubs helaas niet paraat. Dat gat van 1,2
miljard euro is sinds juli dit jaar structureel, omdat de
overdrachtsbelasting voor huizenkopers permanent is verlaagd naar twee
procent.

Kijk je even los van het eigenbelang – ja, ook ik ontvang een onbelaste
reiskostenvergoeding van mijn werkgever en deze grap van de Kunduz-coalitie
scheelt ook mij enkele honderden euro’s per jaar – dan is afschaffing van
wat je ook de ‘Vinexsubsidie’ kunt noemen, prima te verdedigen. Drie
argumenten.

1) Verkeerde beloning veraf wonen

De onbelaste reiskostenvergoeding voor woon-werkverkeer beloont werknemers die
ervoor kiezen om ver(der) van hun werk te wonen.

Uit een
analyse
van de consequenties van het afschaffen van de vergoeding voor
woon-werkverkeer van bureau Muconsult, blijkt bijvoorbeeld dat
autobestuurders die op een afstand van 0 tot 5 kilometer van hun werk wonen
gemiddeld al 736 euro per jaar vergoed krijgen voor woon-werkverkeer. Dit
loopt op tot een gemiddelde van 1.765 euro per jaar bij afstanden tussen de
30 en 40 kilometer per jaar.

Economisch is er geen reden voor zo'n marktverstorende subsidie. Impliciet
betalen anderen daar voor, omdat de belastinginkomsten van de overheid door
de belastingvrijstelling lager uitvallen.

Zeker in de Randstad eten ontvangers van de Vinexsubsidie vaak van twee
walletjes: ze kunnen goedkoper en ruimer wonen buiten de stedelijke centra
waar veel bedrijven zitten en krijgen geld toe in de vorm van de onbelaste
reiskostenvergoeding. Zo voelen ze ten onrechte niet dat de keuze om verder
van je werk te wonen een prijs heeft.

De forensentaks is daarmee ook een sprekend voorbeeld van de neiging van
politici om te luisteren naar lobbygroepen die speciale fiscale voordeeltjes
claimen. Dat maakt het belastingstelsel nodeloos ingewikkeld en inefficiënt.

2) Ongelijke behandeling werknemers

Een extra reden om iets te doen aan de onbelaste reiskostenvergoeding is dat
werknemers fiscaal niet gelijk worden behandeld.

In veel gevallen is de reiskostenvergoeding voor woon-werkverkeer een
secundaire arbeidsvoorwaarde van de werkgever. In de huidige situatie kunnen
werkgevers ervoor kiezen om bij OV-abonnementen de woon-werkkosten vrijwel
geheel te vergoeden. Dit wordt door de Belastingdienst niet als loon gezien,
of in het geval van autokilometers tot 19 cent per kilometer niet.

Werk je echter bij een bedrijf dat dit niet of nauwelijks doet, dan kom je er
stuk slechter vanaf. Je kunt als werknemer zelf bij de Belastingdienst
aankloppen voor aftrek
van reiskosten
, maar de fiscus is daarmee relatief karig.

Zo mag een werknemer die met het openbaar vervoer 4 dagen per week een afstand
tussen de 20 en 30 kilometer moet overbruggen per jaar 974 euro aftrekken
van zijn brutoloon. Stel dat hij maximaal 42 procent belasting betaalt, dan
is zijn voordeel 410 euro. Een jaartrajectkaart Gouda-Rotterdam (25 km) bij
de NS kost 1.335 euro (tweede klas). Zeker geen volledige compensatie dus.

Iemand die met de auto of de fiets naar zijn werk gaat, mag helemaal niets
aftrekken. Dus als hij geen vergoeding krijgt, betaalt hij alles zelf.

Het hangt er dus maar net vanaf hoe genereus de werkgever is, of werknemers
veel of weinig profiteren van de reiskostenvergoeding. Het minste dat er zou
moeten gebeuren, is dat de onbelaste reiskostenvergoeding wordt gemaximeerd
op de bedragen die de fiscus vergoedt aan werknemers die niets van hun
werkgever krijgen. Dat zou al fors schelen.

3) Iedereen moet inleveren

De forensenlobby doet het voorkomen alsof ontvangers van de Vinexsubsidie
extra gepakt worden. Uit de doorrekeningen
van de koopkrachteffecten
van het beleid voor 2013 door het Centraal
Planbureau blijkt daar echter weinig tot niets van.

Het kabinet stelt in het Belastingplan
2013
dat “het aantal mensen in loondienst dat een onbelaste
reiskostenvergoeding krijgt in hogere inkomensgroepen hoger is dan in de
lagere, zij het dat dit verschil beperkt is.”

Kijk je naar het saldo van de maatregelen van het Lente-Akkoord, dan schetst
het CPB de volgende koopkrachteffecten: tweeverdieners en alleenverdieners
die minder dan 175 procent van het minimumloon krijgen, zien hun koopkracht
in 2013 respectievelijk met 2,25 procent en 1,75 procent dalen.

Bij tweeverdieners en alleenverdieners die méér dan 175 procent van het
minimumloon krijgen, blijft de koopkrachtdaling echter beperkt tot 0,5 à 1
procent. Juist bij deze groep zitten relatief veel ontvangers van de
onbelaste reiskostenvergoeding.

Deze koopkrachtdaling van werkende middeninkomens is ook in lijn met het
gemiddelde voor alle huishoudtypen van 0,75 procent in 2013.

Vergelijk je de koopkracht van werknemers die meer dan twee keer het
minimumloon krijgen met andere groepen, dan is er geen reden om aan te nemen
dat forensen onevenredig geraakt worden door de stapeling van
bezuinigingsmaatregelen – waaronder de btw-verhoging en de verhoging van het
eigen risico voor de zorgverzekering.

Gepensioneerden, zowel twee- als alleenverdieners, met een inkomen van meer
dan 120 procent van de AOW gaan er volgend jaar bijvoorbeeld 2,75 tot drie
procent op achteruit, zo becijfert het CPB. Dat is niet mals.

Kortom, in het geheel van bezuinigingsmaatregelen is het schrappen van de
Vinexsubsidie geen uitschieter die werknemers met middeninkomens
bovengemiddeld laat bloeden.

Als je bovendien in het oog houdt dat alle
politieke partijen erkennen
dat er de komende kabinetsperiode, bovenop
het Kunduzpakket van 12,4 miljard euro, nog zo'n 10 tot 22 miljard euro
gesneden moet worden in overheidsuitgaven- en subsidies, dan is het nogal
kleinzielig om blijven roepen: handen af van de onbelaste
reiskostenvergoeding.

Genoeg reden dus voor informateurs Kamp en Bos om de 'forensentaks' te
slikken.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl