Als een land zijn bevolking op peil wil houden, doet het er goed aan serieus
werk te maken van IVF, zo viel op te maken uit de bijdrage van Tina Kold
Jensen op een conferentie over kunstmatige inseminatie die onlangs
plaastvond in Lyon. Tina Jensen is verbonden aan de Syddansk Universitet (de
universiteit van Zuid-Denemarken).
Jensen heeft onderzoek gedaan onder 700 duizend Deense vrouwen. Hieruit bleek
dat het aantal geboorten van op natuurlijke manier verwekte kinderen de
afgelopen decennia terugliep, maar dat dit effect bijna geheel teniet werd
gedaan door het toegenomen aantal reageerbuisbevruchtingen. Bijna vier
procent van de baby’s die in 2003 in Denemarken geboren werden waren
reageerbuisbaby’s (recentere cijfers waren niet voorhanden), aldus The
Economist onlangs.
Zonder In Vitro Vertilisatie (IVF) zou de bevolking in Denemarken snel
krimpen. Dat dit niet gebeurt, kan iets te maken hebben met het feit dat IVF
in Denemarken de eerste zes behandelingen in Denemarken vergoed wordt door
de overheid.
In Nederland zitten de eerste drie IVF-behandelingen sinds dit jaar in het
basispakket van de zorgverzekeraars. Een behandeling kost ongeveer 2.500
euro.
Volgens cijfers van de Stichting Landelijke Infertilisatie Registratie werden
in 2005 in Nederland bijna negenduizend IVF-pogingen gestart. Niet alle
pogingen slaagden. Uiteindelijk werden ruim 1.700 IVF-baby’s geboren,
waaronder 341 tweelingen en vier drielingen. In totaal werden in 2005 in
Nederland 185 578 baby’s geboren. Nog geen één procent van de baby’s was dus
een reageerbuisbaby.
Al drie jaar achter elkaar zijn vrouwen in Nederland bij de geboorte
van hun eerste kind gemiddeld 29,4 jaar. In 1970 waren moeders nog 24 bij de
geboorte van hun eerste kind. Ze stellen het krijgen van kinderen uit omdat
ze langer naar school gaan en studeren en vaker een betaalde baan hebben.
Het nog veel verder uitstellen van het krijgen van kinderen zal
waarschijnlijk niet gaan, tenzij je de natuur een handje helpt.
Uiteraard is het de vraag of het promoten hiervan wenselijk is, toch zou het
interessant zijn eens te kijken wat dit de samenleving kan opleveren. Het
gemiddelde in Nederland ligt op 1,7 kind per vrouw. Om tegemoet te komen aan
de vervangingsvraag in verband met de vergrijzing zouden we op 2,1 kind per
vrouw moeten zitten, zei hoogleraar economie Janneke Plantenga, verbonden
aan de Universiteit van Utrecht eerder tegen Z24. Tegenover elke
gepensioneerde staan nu nog vier werkenden, in 2040 zijn dat er tweeënhalf.
Bekend is dat er in Nederland een gat zit tussen het aantal kinderen dat
stellen graag zouden willen hebben en het aantal kinderen dat ze werkelijk
hebben.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl