Voor een subtropisch eiland hoef je niet naar de andere kant van de wereld – Engeland heeft de Isles of Scilly vol palmbomen

Groot-Brittannië staat bekend om zijn regen en grijze luchten.

Maar na een korte vlucht vanaf de uiterste zuidwestpunt van het Britse vasteland liggen 140 subtropische eilandjes: The Isles of Scilly. Die hebben witte stranden en slechts vijf ervan zijn bewoond.

Het is het hele jaar door zonnig op de eilandjes en dat zorgt voor een vreemde gewaarwording: je bent in Groot-Brittannië, maar het voelt er als de Caraïben.

De eilandjes hebben ook een duistere geschiedenis, waarin ze profiteerden van scheepswrakken en regelmatig aangevallen werden door piraten. In het jaar 1209 hebben de bewoners van The Isles of Scilly op één dag liefst 112 piraten onthoofd.

We namen een kijkje op de eilandjes:

The Isles of Scilly liggen midden in de Golfstroom, de stroming van warm water die vanuit de Golf van Mexico naar het noorden van Europa beweegt. Daardoor liggen de temperaturen op de eilandjes hoger dan normaal. Omdat de eilandjes tamelijk vlak zijn, kan de lucht er zonder problemen overheen waaien en valt er weinig regen.

Daardoor hebben de eilandjes een heel eigen microklimaat. Ze krijgen overvloedig veel zon en het is er in vergelijking met het Britse vasteland het hele jaar door warm.

Het is er niet zo warm als op de Caraïbische eilanden, maar zonnig genoeg voor tropische planten en bomen. Je moet je vrijwel altijd insmeren met zonnebrand en het vriest er nooit.

Zelfs in de winter en herfst kan het aanvoelen als de zomer of lente. En de stranden liggen vol wit zand, zoals op de Bahama's.

Om er te komen moet je dit kleine vliegtuig nemen, met plek voor twaalf mensen. De vlucht duurt slechts 15 minuten.

Dit was het uitzicht vanuit mijn passagiersstoel.

De startbaan bij het stadje Penzance eindigt op een klif boven zee. Let op het weer! De zee en de lucht boven het Britse vasteland zijn grijs...

Maar 15 minuten later is het hartstikke zonnig en is de zee prachtig blauw.

We gingen op bezoek in oktober en konden overdag gewoon een T-shirt en korte broek dragen. De nachten waren wel fris.

De belangrijkste bewoonde eilanden zijn St. Mary's, Tresco, Bryher en St. Agnes. Dit is de 'taxi' die je moet nemen om van het ene naar het andere eiland te gaan.

De eilanden hebben een veelbewogen geschiedenis. Ze zijn vaak geplunderd door piraten.

Aan het begin van de 12e eeuw werd een van de grotere eilanden, Tresco, gekolonialiseerd door monniken die een abdij bouwden om in te wonen.

Maar daarmee waren de aanvallen van piraten nog niet voorbij. Wel wisten de bewoners zich steeds beter te verdedigen. Uit documenten van Tavistock Abbey blijkt dat er in het jaar 1209 op één dag 112 piraten zijn onthoofd op het eiland Tresco.

Omdat langsvarende schepen vaak weinig goeds in de zin hadden, hadden de bewoners er geen moeite mee de schepen te laten zinken. Er is dan ook een scheepswrakmuseum op Tresco.

Tuinmannen op Tresco zeggen bij het omspitten van de grond regelmatig op botten te stuiten. De ruïne en tuinen van de abdij zijn nog altijd heilige grond. De abdij werd in 1351 grotendeels vernietigd door piraten, die zo hun wraak namen voor de slachtpartij in 1209.

De eilanden geven een heel tropisch gevoel door de palmbomen, vetplanten en weelderige varens.

Als je van bijzondere tropische planten houdt en van ongebruikelijke diersoorten, dan is Tresco een waar paradijs.

Dit is een goudfazant. Hij woont in de abdijtuinen op Tresco en is behoorlijk tam.

Op het strand zagen we deze kwal, het zogeheten Portugese oorlogsschip. Die moet je niet aanraken, want ze zijn erg giftig.

Er zijn ook enorme paddenstoelen!

The New Inn op Tresco is het enige hotel op het eiland en heeft een geweldige verzameling rum.

Maar helaas was het weer tijd terug te keren naar de werkelijkheid. Dit is het uitzicht op de kust van Devon op het Britse vasteland.