Dinsdag is het weer raak. Banken en verzekeraars krijgen over de hele linie
klappen op de beurs, maar in Nederland behoort ING wederom tot de grootste
verliezers met een daling van 11 procent in de middaghandel.

De vervroegde cijferpublicatie van 17 oktober en de kapitaalinjectie
van 10 miljard euro door de Nederlandse overheid hebben nog geen zichtbaar
effect op het vertrouwen van beleggers. De koers van 5,80 euro komt neer op
een verlies van bijna veertig procent in ruim een week.

Ter vergelijking: Aegon, ook geen beursfavoriet dezer dagen, noteerde
dinsdagmiddag 23 procent lager vergeleken met een week geleden.

Een van de problemen voor ING is dat beleggers nog steeds niet helemaal
overtuigd zijn dat de problemen met Amerikaanse hypotheekbeleggingen onder
controle zijn. "Ik vraag me af in hoeverre dit op de balans gaat
drukken. Amerikaanse branchegenoten hebben al veel meer moeten
afschrijven”, stelde handelaar Rik Zwaneveld van AFS Brokers dinsdag
tegenover persbureau ANP.

Zwaar wegend zijn vooral ING’s beleggingen in Amerikaanse Alt-A hypotheken.
Deze zijn minder dubieus dan de beruchte ‘subprime’ hypotheken. Maar ook aan
Amerikanen met een Alt-A hypotheek zijn relatief soepele inkomenseisen
gesteld. Nu de Amerikaanse economie op een recessie afstevent, is het de
vraag of Amerikanen met een Alt A-hypotheek financieel in de problemen
komen.

ING's Alt-A portefeuille is niet in de laatste plaats indrukwekkend
wegens de omvang: per 30 juni ging het om 22 miljard euro. Waardedalingen op
deze portefeuille gaan ten koste van het eigen vermogen. Dat bedroeg medio
dit jaar 28 miljard euro.

Op 17 oktober gaf de bankverzekeraar aan per 30 september circa 1,5 miljard
euro af te boeken op kredietbeleggingen, waaronder Alt A-hypotheken. Volgens
woordvoerder Raymond Vermeulen van ING zal er bij de presentatie van de
kwartaalcijfers op 12 november niet een substantieel ander bedrag worden
getoond.

Door de miljardeninjectie van de Nederlandse staat worden de vermogensbuffers
van ING weliswaar opgekrikt, maar een verdere waardevermindering van de
beleggingen in Alt A-hypotheken tikt potentieel hard aan.

Opvallend is dat ING zijn Alt A-hypotheken een relatief hoge waarde
toekent vergeleken met de Alt A-portefeuilles van Amerikaanse banken. Zo
waardeerde ING zijn Alt A-hypotheken per 30 juni op 82,7 procent van de
oorspronkelijke waarde.

Zakenbank Morgan Stanley stelde zijn eigen Alt A-portefeuille eind augustus op
35 procent van de oorspronkelijke waarde en Goldman Sachs op 50 procent.
Citigroup zat per 30 september op 67 procent van de beginwaarde.

De potentiële impact van deze verschillen is groot. Stel je de
marktwaarde van ING's Alt A-portefeuille bijvoorbeeld op 50 procent van de
oorspronkelijke waarde, dan betekent dat miljarden aan extra afboekingen.

Op welk percentage van de oorspronkelijke waarde ING's Alt A-portefeuille na
de afboeking in het derde kwartaal uitkomt, wil woordvoerder Vermeulen niet
aangeven. "Daarover verstrekken we op 12 november meer informatie, bij
de presentatie van de derdekwartaalcijfers."

Duidelijk is dat de waardering van de Alt A-portefeuille onder de 83 procent
van de oorspronkelijke waarde komt te liggen. Maar zelfs met een afboeking
van zo'n 1,5 miljard euro blijft ING ruim boven de 70 procent.

Rekent ING zich rijk? Probleem is dat de ene Alt-A hypotheek de andere niet
is. "ING is geen verstrekker van die hypotheken, maar belegt in
obligaties waar ze in verpakt zitten. Voor de portefeuille van 22 miljard
gaat het om 800 obligaties", legt woordvoerder Vermeulen uit.

Afhankelijk van het betalingsgedrag van huiseigenaren, zijn de Alt-A
hypotheken onderverdeeld in pakketjes. Deze tranches krijgen aparte
kwaliteitsstempels, afhankelijk van gegevens over de betalingsachterstand
van huiseigenaren.

Zo had ING naar eigen zeggen per 30 juni een Alt A-portefeuille waarvan 99
procent het hoogste AAA-stempel had bij kredietbeoordelaars. Ter
vergelijking: Citigroup had per 30 september een portefeuille waarvan ruim
een kwart een rating had van lager dan AA.

Ook het jaar van uitgifte van de Alt A-obligaties kan een rol spelen in de
kwaliteitsbeoordelingen. Op het hoogtepunt van de hausse op de Amerikaanse
huizenmarkt, in 2006 en 2007, waren de leencondities soms soepeler dan
daarvoor. Van Citigroup's Alt-A portefeuille is 68 procent na 2005
uitgegeven. Bij ING was dat medio dit jaar 57 procent.

ING kan dus goede redenen hebben om zijn Amerikaanse hypotheekportefeuille een
hogere waarde toe te kennen, vergeleken met wat Amerikaanse banken doen.
Tegelijk is duidelijk dat diverse belanghebbenden - beleggers, maar ook
spaarders en, via minister van Financiën Wouter Bos, Nederlandse
belastingbetalers - gebaat zijn bij maximale transparantie.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl