- In mei lag de inflatie in Nederland op 3,3 procent, een daling ten opzichte van april (4,1 procent), maar nog steeds ruim boven het streefcijfer van 2 procent.
- Vooral voedingsmiddelen, dranken en tabak droegen bij aan de inflatie, met prijsstijgingen van ruim 7 procent.
- Ondertussen is de inflatie in de eurozone onder het streefcijfer van 2 procent gedoken naar 1,9 procent op jaarbasis.
- Lees ook: Groeiend aantal huizenbezitters maakt zich zorgen over hoge woonlasten, blijkt uit onderzoek
Het dagelijks leven was in mei gemiddeld 3,3 procent duurder dan in dezelfde maand vorig jaar. Dat blijkt uit een snelle raming van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Daarmee lag de inflatie lager dan in april, toen deze nog 4,1 procent bedroeg.
Ondanks de daling ligt de inflatie nog altijd boven het streefcijfer van 2 procent van de Europese Centrale bank. Nederland doet het in vergelijking met andere landen in de Eurozone relatief slecht, de inflatie ligt hier al enige tijd hoger dan in de ons omringende landen.
Vergeleken met april daalden de consumentenprijzen in mei met 0,5 procent. De snelle raming is gebaseerd op voorlopige en nog onvolledige gegevens. De definitieve inflatiecijfers voor mei worden op 12 juni bekendgemaakt.
Prijzen van voedingsmiddelen, dranken en tabak
De inflatie werd vooral veroorzaakt door de ontwikkeling van de prijzen van voedingsmiddelen, dranken en tabak. Die werden in mei 7,1 procent duurder na een stijging van 7,2 procent in april. De prijzen in de dienstensector stegen vorige maand met 3,8 procent na een toename van 5,6 procent in april. Energie werd opnieuw goedkoper, al was de prijsdaling van 1 procent minder sterk dan de 3,2 procent in april. In dat cijfer zijn ook motorbrandstoffen meegenomen.
De Nederlandse inflatie op basis van de Europese rekenmethode kwam vorige maand uit op 3 procent. In april was dat 4,1 procent. De Europese rekenmethode is iets anders dan die van het CBS. Bij de binnen de Europese Unie afgesproken methode om de inflatie te meten, worden de kosten voor het wonen in een eigen woning niet meegerekend.
Waar de Nederlandse inflatie hardnekkig hoog blijft, ligt de inflatie in de eurozone al langer rond de gewenste 2 procent. In mei is de inflatie in de eurozone zelfs onder de 2 procent gedoken naar 1,9 procent op jaarbasis, meldt het Europese statistiekbureau Eurostat.
In april werd het dagelijks leven in de eurozone nog 2,2 procent duurder. De inflatie in het eurogebied ligt daarmee net onder de doelstelling van 2 procent van de Europese Centrale Bank (ECB).
Daling energieprijzen zorgen voor afnemen inflatie
De lagere inflatie komt vooral door een daling van de energieprijzen. Die namen in mei opnieuw met 3,6 procent af. Diensten werden vorige maand 3,2 procent duurder, tegen een prijsstijging van 4 procent in april. De prijsstijging van voeding, alcohol en tabak viel met 3,3 procent wel hoger uit dan de 3 procent een maand eerder. De kerninflatie in het eurogebied, waarin de schommelende prijzen voor energie, voeding, alcohol en tabak niet worden meegenomen, daalde van 2,7 naar 2,3 procent.
Binnen de eurozone had Estland de hoogste inflatie, met 4,6 procent. Kroatië en Slowakije volgden met 4,3 procent. In Cyprus was die met 0,4 procent het laagst. In Duitsland en Frankrijk, de twee grootste economieën van het eurogebied, kwam de inflatie uit op respectievelijk 2,1 en 0,6 procent.
Het is de eerste keer in acht maanden en pas de tweede keer sinds medio 2021 dat de inflatie onder de doelstelling van de ECB ligt. Na de Russische inval in Oekraïne en de daaropvolgende energiecrisis bereikte de inflatie in oktober 2022 nog een recordhoogte van bijna 11 procent.
De afkoelende inflatie versterkt de verwachting dat de ECB deze week de rente in het eurogebied verder gaat verlagen om de economie te ondersteunen. Sinds juni vorig jaar heeft de centrale bank de rente al zeven keer met een kwart procentpunt verlaagd. Naar alle waarschijnlijkheid zal het rentetarief in de eurozone deze week opnieuw met een kwart procentpunt worden teruggeschroefd, van 2,25 naar 2 procent.