Dat zegt de IJslandse econoom Jon Danielsson van de Londen School of Economics.
"Geen land is in vredestijd zo snel en zo hevig ineengestort als
IJsland nu", aldus Danielsson. De situatie, waarbij in twee weken tijd de
drie grootste banken zijn genationaliseerd, had volgens hem voorkomen kunnen
worden, maar er bleek niemand te zijn die het land wilde redden.
Volgens Danielsson opereerden de banken in IJsland niet anders dan andere
Europese banken en golden in het land dezelfde regels wat betreft toezicht.
In de jaren negentig voerde de regering een deregulering van de sector uit,
waarna de banken meegingen in de ‘bank-bubble’ van de afgelopen jaren, zegt
Danielsson.
De banksector groeide de regering uiteindelijk boven het hoofd en
maakte anno 2008 een onevenredig groot deel uit van de IJslandse economie.
"Bijna ieder ander land had zijn banken kunnen redden. Maar de IJslandse
banken waren veel groter dan de mogelijkheden van de regering reikten."
De nabije toekomst is moeilijk te voorspellen, vindt de econoom. "Het is nog
te vroeg om te zeggen wat de overheid nu moet doen. De prioriteit ligt bij
het draaiend houden van de samenleving. Er zijn nu al tekorten in winkels en
valuta is moeilijk te krijgen. Maar de regering doet wat ze kan."
Een failliet van de overheid, waarvoor de IJslandse regering eerder
deze week waarschuwde, verwacht Danielsson niet. "De staat is bij lange na
niet bankroet", zegt de econoom. "IJsland is een exportland. Door de
waardedaling van de IJslandse kroon worden IJslandse producten goedkoper in
het buitenland en dat is in deze situatie heel gunstig."
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl