- Huren in de vrije sector wordt de komende tijd lastiger en duurder, stellen economen van ABN AMRO.
- Dit komt doordat het huuraanbod krap blijft en de overheid het investeren in huurwoningen minder aantrekkelijk maakt.
- Gemiddeld zijn huren in de vrije sector in het eerste kwartaal van dit jaar met 2,5 procent gestegen. Amsterdam is koploper met een plus van 9 procent.
- Lees ook: Huurprijzen stijgen naar nieuwe records – ‘vrije sector te klein om aan vraag te voldoen’
Een woning huren wordt steeds lastiger en duurder in grote en middelgrote steden. Omdat het aanbod van huurwoningen afneemt, stijgt de gemiddelde huurprijs significant, blijkt uit onderzoek van ABN AMRO.
Economen van de bank trekken deze conclusie op basis van de ontwikkelingen bij het afsluiten van nieuwe huurcontracten. Volgens de bank is het afnemende aantal nieuwe huurcontracten te koppelen aan een afnemend aantal huurhuizen in de vrije sector. Als gevolg daarvan stijgen de huurprijzen aanzienlijk.
De stijging van huurprijzen is volgens de economen van ABN AMRO voornamelijk te wijten aan het feit dat de overheid het investeren in huurwoningen minder interessant heeft gemaakt.
Gemeenten mogen nu in wijken een zelfbewoningsplicht instellen waardoor beleggers daar geen woningen meer kunnen kopen. Ook maakt de stijging van de overdrachtsbelasting van 2 naar 8 procent het minder interessant om een woning te kopen en die te verhuren. Dit geldt vanzelfsprekend niet voor nieuwbouwwoningen waar geen overdrachtsbelasting voor gerekend wordt.
Daarnaast zorgt de stijgende langlopende rente op kapitaalmarkten voor hogere financieringskosten voor de aankoop van woningen, waardoor het verhuren ervan ook minder aantrekkelijk wordt.
Huren in de vrije sector wordt verder onder druk gezet doordat expats weer terugkeren na de coronapandemie en omdat verhuren via Airbnb ook weer aantrekkelijk wordt nu toeristen weer toestromen.
Sterke stijging huurprijzen in vrije sector
Dit alles zorgt ervoor dat de gemiddelde huurprijzen in Amsterdam en Utrecht respectievelijk met 9 en 5 procent zijn gestegen in het eerste kwartaal van dit jaar.
Buiten de grote steden is de stijging minder groot, maar komt het alsnog uit op een gemiddelde van 2,5 procent in het eerste kwartaal van dit jaar, vergeleken met de eerste drie maanden van 2021. Rotterdam en Den Haag noteerden de laagste stijgingen met 1,9 en 0,9 procent.
De economen van ABN AMRO verwachten dat de huurprijzen in de vrije sector voorlopig nog wel blijven stijgen. Pas als de overheid de ambities om 100.000 nieuwe woningen per jaar te bouwen verwezenlijkt, ziet de bank de druk op de markt afnemen.
Tot die tijd lijkt het erop dat verhuurders bij een huurderswissel de prijzen aanzienlijk zullen verhogen. Bij lopende huurcontracten verwacht de bank een verhoging van huurprijzen met maximaal 3,3 procent. Dat is het de limiet voor de huurverhoging in de vrije sector die verhuurders wettelijk mogen doorvoeren in 2022.
