Met 28 procent nam de productie het meest toe in de transportmiddelenindustrie. Ook in de elektrotechnische en machine-industrie en de basismetaal- en metaalproductenindustrie was er een hogere productie. De aardolie-, chemische-, rubber- en kunststofproductenindustrie leverde daarentegen 3 procent minder productie dan een jaar eerder. In de voedings- en genotmiddelenindustrie lag de productie in dezelfde orde van grootte als een jaar eerder.

Het CBS denkt dat voor het bepalen van de ontwikkeling van de productie op korte termijn beter gekeken kan worden naar voor seizoenseffecten gecorrigeerde cijfers dan naar het gemiddelde over twee maanden. Dan blijkt dat de industriële productie in de periode april-mei 1 procent lager was dan die in de periode februari-maart.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl