Morgen presenteert energieconcern Shell de resultaten over de eerste drie
maanden van dit jaar. Met ruwe olieprijzen van ruim boven de honderd dollar
per vat levert dat ongetwijfeld een nieuwe miljardenwinst op.
Maar de marges die Shell boekt bij het verwerken van ruwe olie tot
brandstoffen zoals benzine, diesel en kerosine zullen minder riant zijn,
verwachten analisten.
Anders gezegd: oliemaatschappijen en tankstations berekenen de stijging
van de ruwe olieprijs niet volledig door in de prijs van motorbrandstoffen. "Dat
zie je niet alleen bij benzine, maar ook andere geraffineerde producten
zoals nafta, dat door de chemische industrie wordt gebruikt", zegt
analist Herman Bots van Theodoor Gilissen Bankiers.
Bots legt een deel van de verklaring bij de vraag naar geraffineerde
producten. Door de economische groeivertraging in de Verenigde Staten neemt
die minder snel toe. "De Europese economie staat er beter voor, maar
ook hier zie je dat de vraag naar motorbrandstoffen minder hard stijgt."
Het verschil tussen de opmars van de ruwe olieprijs en de benzineprijs
aan de pomp is inmiddels aanzienlijk. Ook in Nederland.
Sinds januari 2007 klom de olieprijs in euro's liefst 82 procent. Olie wordt
doorgaans in dollars verhandeld, dus bij de omrekening in euro's is het
effect van de zwakke dollar al meegenomen. In dollars steeg de olieprijs
sinds januari vorig jaar nog harder, te weten 129 procent.
Maar 82 procent erbij voor euro-olie is ook niet mis. Kijk je naar de
ontwikkeling van de benzineprijs, dan is de schade voor de automobilist
aanzienlijk minder groot. De Shell-adviesprijs voor een liter ongelood was
op twintig april 1,51 euro, 'slechts' negentien procent hoger dan in januari
2007.
"In Nederland heeft de belastingdruk een zwaar dempend effect",
geeft analist Bots aan. Accijns en btw zorgen ervoor dat de pompprijs van
benzine voor tweederde uit belastingen bestaat. "Daardoor werkt een
tien procent hogere olieprijs in euro's gewoonlijk voor eenderde door in de
literprijs van benzine", aldus Bots.
Pas je deze vuistregel toe op de recente olieprijsstijging dan zou van
de toename van 82 procent pakweg 27 procent moeten doorwerken op de
verkoopprijs van benzine in Nederland. De feitelijke stijging van bijna
twintig procent in de afgelopen veertien maanden blijft daar duidelijk bij
achter.
Voor de geplaagde automobilist is dit een opsteker, al is het de vraag of hij
ook zo beleeft.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl