Het uiteindelijke spaarbedrag is sterk afhankelijk van de studie en de stad
die je zoon of je dochter uitkiest. En dat is moeilijk in te schatten als je
kind pas een jaar of vier is. Een beter uitgangspunt is te sparen wat je
kúnt sparen voor de studie. Als je weet wat reëel is om te sparen, is het
ook makkelijker om dat al die jaren vol te houden. Juist in regelmatig
sparen schuilt de kracht voor het opbouwen van een studiepotje.
Sparen kan via een gewone spaarrekening bij de bank, een
beleggingsrekening of een verzekering. De fiscale voordelen van een
studieverzekering zijn in 2001 afgeschaft. Dat betekent dat ook bij de
studieverzekering gewoon 1,2% vermogensbelasting afgedragen moet worden
wanneer het totale vermogen groter is dan 40.000 euro.
Met een verzekering kun je er voor zorgen dat ook bij overlijden van de ouders
het uiteindelijke spaardoel uitgekeerd wordt. Maar je zou desgewenst een
risicoverzekering apart af kunnen sluiten naast een andere spaarvorm
De keuze voor sparen of beleggen hangt uiteraard af van het risico dat
ouders aanvaardbaar vinden; een combinatie van sparen en beleggen is ook
mogelijk. Een spaardeposito wordt over het algemeen alleen gebruikt als je
eenmalig een groot bedrag voor langere tijd vast zet, tegen een vaste rente,
die hoger is dan de spaarrente.
Veel ouders kiezen er voor de kinderbijslag opzij te zetten voor later. Ouders
met één kind krijgen per kwartaal bijna 200 euro; dat is 800 per jaar. Als
je dat veertien jaar doet en uitgaat van een gemiddeld netto rendement van
4% dan heb je een bedrag van ongeveer 15.000 euro.
Ter indicatie: het collegegeld van dit studiejaar is 1.565 euro en dat wordt
vrijwel ieder jaar duurder. Daar komen dan nog kosten bij voor boeken en
ander studiemateriaal, en eventueel voor wonen en leefgeld. Een
studentenkamer in Amsterdam kost op dit moment al gauw 500 of 600 euro per
maand.
Grootouders kunnen ook een steentje bijdragen. Ze mogen per jaar 2688
euro belastingvrij schenken aan hun kleinkind. Ze mogen daarnaast ook 4479
euro aan hun kind geven zonder dat de fiscus daarvan meesnoept. En die kan
dat dan weer in de studie van het kind steken.
Door jaarlijks te schenken kunnen opa’s en oma’s het succesierecht beperken.
Daarmee zijn kinderen en kleinkinderen minder kwijt aan belasting, wanneer
ze vermogen erven. Hiervoor is het echter verstandig eerst te overleggen met
een deskundige op het gebied van estateplanning.
Op dit moment bestaat de studiefinanciering natuurlijk nog, en het kan
ook zijn dat u recht hebt op een tegemoetkoming in de studiekosten. Zie
www.ib-groep.nl. Ook kan het zijn dat je bij de belastingaangifte bepaalde
kosten in mindering op het inkomen kunt brengen.
Z24 heeft experts die vragen van lezers beantwoorden. Ook een vraag over
geld? Mail naar [email protected]
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl