Nadat het Duitse RWE begin dit jaar bekend maakte Essent over te willen nemen,
zegde het Wereld Natuur Fonds (WNF) de samenwerking met Essent op. Zuur voor
Essent, het energiebedrijf dat als eerste in Nederland groene stroom op de
markt bracht.
De goede wil bij Essent bleek voor het WNF onvoldoende reden om verder met het
energieconcern samen te werken. Volgens het WNF is RWE namelijk een van de
meest vervuilende stroomproducenten van Europa.
Opnieuw buitenlandse koper
Na Essent is Nuon het tweede grote Nederlandse energiebedrijf dat in
buitenlandse handen lijkt te komen. Maandag kondigde het Zweedse Vattenfall
aan 8,5 miljard euro over te hebben voor Nuon.
Net als Essent, zegt ook Nuon duurzaamheid – groene stroom, CO2-opvang – hoog
in het vaandel te hebben. Maar hoe duurzaam, hoe groen is de nieuwe ‘moeder’
van Nuon?
Bedrijfsculturen
Maandag tijdens de persconferentie over de mogelijke overname van Nuon,
benadrukte zowel Øystein Løseth (CEO Nuon) als Lars Josefsson (CEO
Vattenfall) dat de bedrijfsculturen goed overeen komen – juist omdat beide
bedrijven zich op duurzaamheidsgebied inzetten. Josefsson zei een leidende
rol te willen in onder meer windenergie en de opslag van CO2.
Wat naamgeving betreft, zit het Zweedse Vattenfall in ieder geval goed: de
vertaling van de bedrijfsnaam is 'waterval'. Vattenfall werd honderd jaar
geleden opgericht om energie te winnen uit Zweedse watervallen. In 2008 was
deze techniek nog altijd goed voor 23 procent van de energieproductie.
Vanuit de milieuhoek klonk maandag echter kritiek. Greenpeace was niet te
spreken over de bouw van een ouderwetse, vervuilende, bruinkoolcentrale in
Duitsland.
Vattenfall vs. RWE
Om een beter beeld te krijgen, is het aardig om Vattenfall te vergelijken met
die andere buitenlandse koper, RWE. Beide concerns produceren stroom én
kopen energie in. De geproduceerde energie valt uit te splitsen naar
energiebron (zie kader: Energie naar bron).
In deze vergelijking komt Vattenfall duidelijk groener uit de bus. RWE
produceert bijna 82 procent van zijn energie op basis van fossiele brandstof
- de helft hiervan ook nog eens een vervuilende bruinkoolcentrales.
Vattenfall zet fossiele brandstoffen bij 46 procent van zijn productie in.
Daarnaast kan Vattenfall nog altijd rekenen op zijn hydrocentrales: in 2007
kwam 22 procent van de energie van de Zweden uit waterkrachtcentrales.
Het aandeel van nieuwe duurzame stroom, zoals wind- en zonne-energie, is bij
beide bedrijven vooralsnog verwaarloosbaar klein.
Cijfers CO2-uitstoot
Een tweede manier om RWE en Vatenfall te vergelijken is de cijfers van
CO2-uitstoot. In 2007 bedroeg de uitstoot van de Zweden 84,5 miljoen ton
CO2; RWE stootte 180 miljoen ton uit.
De Duitse energiereus is echter groter dan Vatenfall. Vandaar dat de relatieve
uitstoot - hoeveel CO2 ontstaat bij het opwekken van één kilowattuur - een
betere maatstaf is. Ook in deze vergelijking komt Vattenfall duidelijk
'groener' uit de bus. Bij het opwekken van één kilowattuur stroom, stoot het
Zweedse Vattenfall bijna 415 gram CO2 uit. het Duitse RWE, dat zwaar op
kolencentrales leunt, stoot per kilowattuur het dubbele uit.
Kanttekening nodig
Gezien deze getallen heeft Nuon met Vattenfall een veel meer duurzame partner
dan Essent. Een stevige kanttekening is echter op zijn plek: veel meer dan
RWE, halen de Zweden van Vattenfall hun energie uit kerncentrales. Een derde
van de Zweedse energie is kernenergie.
Hoewel nucleaire energie weinig CO2-uitstoot veroorzaakt, is het stempel
'groen' niet per definitie van toepassing. Een land als Frankrijk schaart
kernenergie wel onder de noemer 'duurzaam'; maar in Nederland is die
discussie niet ten einde.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl