De Staatsloterij verkoopt per maand tussen 3 en 3,5 miljoen verschillende
lotnummers. Er zijn in totaal inmiddels 22 miljoen hele lotnummers.
Maandelijks valt de jackpot op één van deze 22 miljoen loten. Er is dus een
kans van ongeveer ongeveer één op zes dat hij valt.
Valt de jackpot zes keer achter elkaar niet, dan wordt de volgende keer
alleen uit de ‘bak’ met verkochte lotnummers getrokken. Die laatste keer
valt de hoofdprijs daarom zeker.
De eerste zes keer heb je dus een kans van één op 22 miljoen de jackpot te
winnen, de zevende keer een kans van één op circa 3,5 miljoen.
De Staatsloterij heeft echter ook een maximum gesteld aan het bedrag
dat de Jackpot kan bereiken. Dat is 25 miljoen. Valt de jackpot in juni
niet, dan bereikt hij in juli dit plafond. Als dit plafond bereikt is, gaat
de prijs er ook zeker uit. Ook al is hij nog geen zes keer achter elkaar
niet gevallen.
Wat betekent dit voor je winkansen? In juni is het niet zeker dat de prijs
valt en dus is de kans hem te winnen één op 22 miljoen. Valt hij niet, dan
valt hij in juli zeker. De kans op de jackpot is dan dus één op 3,5 miljoen.
Nog altijd klein, maar toch een stuk groter dan normaal.
De jackpot is komende maand zo hoog doordat hij een aantal keer niet
gevallen is en de keren dat hij daarvoor wél viel, dit op éénvijfde lot was.
De jackpot bouwt op met het bedrag dat spelers aan jackpottoeslag betalen.
Per heel lot is dit 1,50 per maand. Ongeveer 95 procent van de spelers
speelt mét jackpot. De jackpot groeit hierdoor maandelijks met zo'n 2
miljoen euro.
Valt de jackpot op eenvijfde lot. Dan hoeft ook maar een vijfde van het bedrag
te worden uitgekeerd. De rest blijft staan. Gebeurt dit een paar keer, dan
kan de prijs dus lekker oplopen.
De trekking is op 10 juni. Prijzen in de Staatsloterij zijn
belastingvrij.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl