Drie jaar na de geflopte lancering heeft Apple Maps meer gebruikers op het eigen iOS-platform dan de concurrerende kaartenapp van Google.
De aanhouder wint. Apple kwam in 2012 met een eigen kaartendienst die meteen op een stevige dosis kritiek kon rekenen. Zo stonden restaurants en bedrijven op de verkeerde plek en vertoonde de zoekfunctie gebreken.
Maar Apple hield vol en verbeterde de kaarten en routebeschrijvingen stapje voor stapje, mede door enkele slimme overnames. Drie jaar later staat er een kaartendienst die misschien niet zo goed is als marktleider Google Maps, maar eentje die goed genoeg is voor veel iPhone-bezitters. Tijd voor een PR-momentje.
Meer dan 5 miljard keer per week doen Apple-gebruikers via hun telefoons en tablets een beroep op Apple Maps, laat het techconcern uit Cupertino maandag weten aan persbureau AP. Daarmee wordt Apple’s kaartenapp drie keer zoveel gebruikt als Google Maps op iOS. Dat was in februari van dit jaar nog heel anders.
Apple verleidt iPhone-bezitter tot gebruik Apple Maps
Vanwaar de ommekeer? Apple Maps is de standaard kaartendienst op iOS. Zelfs als gebruikers een andere kaartenapp hebben geïnstalleerd kom je via de virtuele assistent Siri of de e-mailapp toch weer bij Apple Maps terecht. En veel iPhone-bezitters vinden dat inmiddels prima, nu Apple de kaartenapp dusdanig heeft verbeterd. Ze nemen niet meer de moeite om een alternatief te downloaden.
De investeringen die Apple heeft gedaan om de kaartendienst te verbeteren tonen aan hoe belangrijk locatiediensten zijn voor techbedrijven. De markt voor mobiele diensten die gebaseerd zijn op waar je bent groeit namelijk razendsnel.
Mobiele advertenties via kaarten en locatiediensten leveren dit jaar 6,8 miljard dollar op in de VS, becijferde onderzoeksbureau BIA/Kelsey. Over vier jaar is die markt gegroeid tot ruim 18 miljard dollar. Daar kan Apple nu een graantje van meepikken.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl