Beleggers die te lang wachten tot de economie aantrekt, missen de boot. De beurs loopt juist voor, stelt Hendrik Oude Nijhuis.
Met enige regelmaat spreek ik beleggers. En de laatste tijd blijkt dat nogal wat beleggers momenteel met dezelfde vraag worstelen: hoe het toch kan dat aandelen al jaren stijgen terwijl de Europese economie stagneert en de Amerikaanse economie maar minimaal groeit?
Sommige van deze beleggers geven aan hun positie in aandelen pas te willen verhogen wanneer de economische is groei teruggekeerd. Op korte termijn verwacht echter niemand dat.
Aandelen en economie bewegen niet gelijk op
Deze strategie mag logisch en verstandig lijken maar toch geldt dat ze een tweetal misvattingen over aandelen bevat. Nogal wat beleggers veronderstellen namelijk dat economische groei hand-in-hand gaat met rendement. Dat is echter niet het geval.
Sterker nog, het verband tussen economische groei en het rendement van aandelen is zelfs negatief. Hoe lager de economische groei, hoe hoger het rendement.
Onderzoek naar het verband tussen de reële economische groei in Amerika in een bepaald jaar en het aandelenrendement laat dit effect zien. In alle jaren sinds 1960 waarin de economie met meer dan 6 procent groeide, rendeerde de S&P-500 Index gemiddeld MINUS (!) 4,6 procent.
In de jaren dat de groei tussen de 0,5 procent en 6 procent uitkwam bedroeg het rendement gemiddeld 7,2 procent per jaar. En wanneer de groei 0,5 procent of minder bedroeg leverden aandelen jaarlijks gemiddeld 10,5 procent op.
Wat dichter bij huis dan. Weet u welke Europese beurs het afgelopen jaar het beste presteerde? Die van Griekenland... Het land mag dan in depressie verkeren maar met een rendement van meer dan 33 procent behaalde de Griekse beurs vorig jaar het beste rendement van het hele eurogebied.
Beurs loopt voor op economie, niet andersom
De tweede misvatting die uit de gesprekken met beleggers duidelijk wordt is een gerelateerde, schijnbaar logische veronderstelling. Namelijk dat aandelen wel zullen volgen wanneer het met de economie beter gaat. Maar ook hier geldt weer wat anders...
Het is namelijk niet de economie die op de beurs vooruit loopt maar de beurs op de economie. Doorgaans zes tot negen maanden.
Het vooruitlopen van de beurs verklaart ten dele de goede rendementen in tijden van lage groei. Want na verloop van tijd - wanneer de economische groei nog laag is - zullen beurzen vooruit lopen op economisch herstel en daarop anticiperen. In tijden van hoogconjunctuur gebeurt op een gegeven moment het tegenovergestelde met juist een lager dan gemiddeld rendement tot gevolg.
Waarderingen
Maar afgezien van de economische groei zijn er ook andere factoren die van invloed zijn op aandelen. Denk onder andere aan de (verwachte) groei van de bedrijfswinsten en - heel belangrijk ook - de waarderingen.
En wanneer de economische groei mager is - zoals nu - is er doorgaans toch nog uitzicht op een aantrekkelijk rendement wanneer de waarderingen bescheiden zijn.
Voor 's werelds belangrijkste beursindex, de Amerikaanse S&P 500, bedraagt de waardering momenteel zo'n 16 keer de winst. Het langjarig gemiddelde is ongeveer 18. Bovendien geldt dat beleggers in het verleden vaak nog wat hogere waarderingen betaalden wanneer de inflatie, zoals nu, minder dan 4 procent bedroeg. De waarderingen kunnen dus nog best wat hoger.
Ondanks dat aandelen al jarenlang stijgen en de economische groei in Europa en Amerika nog laag is lijken ze kortom nog steeds een aantrekkelijke beleggingscategorie te zijn. Beleggers die van plan zijn pas in aandelen te gaan wanneer de economische groei daadwerkelijk is teruggekeerd zijn erbij gebaat dat voornemen te heroverwegen.
Hendrik Oude Nijhuis heeft zich jarenlang verdiept in de strategieën van ‘s werelds beste beleggers en is tevens oprichter van warrenbuffett.nl over de beleggingsstrategie van Warren Buffett.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl