ANALYSE – Het Nederlandse recht is zo geregeld dat een partij die een reguliere civiele procedure verliest, een vergoeding voor de proceskosten van de wederpartij moet betalen. Proceskosten bestaan uit onder meer advocaatkosten en griffierecht.

Het vastgestelde bedrag voor de vergoeding van de proceskosten is bijna altijd lager dan de werkelijk gemaakte kosten.

Er zijn echter uitzonderingsgevallen waarbij een rechter kan oordelen dat een verliezende partij de werkelijk gemaakte proceskosten moet vergoeden. Dat komt zelden voor, maar onlangs gebeurde dat wel.

Moeder eist geldlening terug van zoon

Het ging in deze zaak om een moeder die haar zoon gedagvaard had. De moeder eiste van haar zoon terugbetaling van een bedrag, hoofdzakelijk omdat het om een geldlening zou gaan.

De moeder vorderde via haar advocaat betaling op grond van een schuldigerkenning die haar zoon had ondertekend. Op dezelfde dag van de ondertekening van de schuldigerkenning had moeder echter per email bevestigd dat de schuldigerkenning niet klopte.

De rechter vond om die reden dat de schuldigerkenning niet als onderbouwing van de lening kon worden beschouwd. Ook anderszins waren de vorderingen van de moeder volgens de rechtbank feitelijk niet onderbouwd, zodat de rechter de vorderingen om die reden afwees.

Reële proceskosten

De zoon stelde zich via zijn advocaat op het standpunt dat de moeder veroordeeld moest worden tot betaling van zijn daadwerkelijk gemaakte proceskosten.

De rechtbank stelde dat voor een veroordeling tot betaling van reële proceskosten alleen reden is in geval van buitengewone omstandigheden. Daarbij kun je denken aan aan misbruik van procesrecht of een onrechtmatige daad. Het moet dus echt om een uitzondering gaan.

Onterecht procederen pakt duur uit

De rechtbank vond in dit geval dat de moeder een onrechtmatige daad had gepleegd door haar zoon aan te klagen voor een vordering waarvan elke feitelijke onderbouwing ontbrak. Zij wist of moest weten dat die vordering niet kon kloppen.

Om die reden vond de rechtbank dat de moeder de daadwerkelijk gemaakte proceskosten van de zoon moest vergoeden.

De rechter veroordeelde de moeder tot betaling van ruim zesduizend euro aan proceskosten. De onrechtmatige procedure kwam de moeder dus duur te staan.

Gea Flapper is sinds oktober 2017 verbonden aan AMS Advocaten. Gea is gespecialiseerd in het aansprakelijkheidsrecht en voltooide in juni 2017 met succes de Grotius specialisatieopleiding Onderneming & Aansprakelijkheid. Daarnaast adviseert, onderhandelt en procedeert Gea op het gebied van het brede ondernemingsrechtcontractenrechtbeslag- en executierecht en incasso.