Als ABN Amro naar de beurs gaat, moet de staat geen vinger in de pap willen houden met speciale beschermingsconstructies.
Dat zegt de Tilburgse econoom Harry Huizinga in een video-gesprek met discussieplatform Me Judice.
Wil je ervoor zorgen dat banken financieel stabiel blijven, dan is een al te grote invloed van aandeelhouders niet gewenst, erkent Huizinga. Want die zullen zo min mogelijk bufferkapitaal willen aanhouden, zodat het rendement op hun investeringen zo hoog mogelijk is. Maar voor spaarders zijn lage vermogensbuffers juist een risico.
ABN Amro los van de staat
Het optuigen van beschermingsconstructies, zoals wordt overwogen bij de beoogde privatisering van ABN Amro in 2015, is volgens econoom Huizinga echter ook geen goed idee. Als je het management ongecontroleerd macht geeft in plaats van aandeelhouders, leidt dat ook tot ongewenst gedrag.
De oplossing bij het aansturen van banken ligt volgens Huizinga enerzijds bij de minimale eisen voor de hoogte van de kapitaalbuffers, zoals is afgesproken bij de internationale club van toezichthouders in de Basel-akkoorden.
Aan de andere kant moet de nationale toezichthouder, voor Nederland is dat De Nederlandsche Bank, goed opletten of banken geen risico's nemen die de financiële stabiliteit in gevaar brengen.
Bekijk het video-interview van MeJudice met econoom Harry Huizinga.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl